De Rozenkruisers
Omdat ze voortdurend ter sprake komen eerst maar eens wat informatie over Rozencreutz en de Rozenkruisers.
De 'geheime' broederschap van de Rozenkruisers is driemaal officieel met manifesten naar buiten getreden:
* in 1614 met
'Fama Fraternitatis des loblichen Ordens des Rosencreutzes';
* in 1614 met
'Confessio Fraternitatis CR' (CR, en ook CRC staat voor
Christian
Rosen
creutz) en
* in 1615 met '
Assertio Fraternitatis CR'.
De eerste twee geschriften vormen een oproep aan alle geleerden om een onderzoek te beginnen naar de fundamenten van alle wetenschap om al doende een aan alle wetenschap ten grondslag liggende filosofie te ontwikkelen. De broederschap meende althans de aanzet van zo'n zo'n filosofie reeds te bezitten, in ieder geval een methode van onderzoek waarin de geleerden dingen zouden aantreffen, die hun tot dat moment onbekend waren. Niet dat de broederschap die methode volledig zelf had ontwikkeld, die was ook bewaard en/of opgedolven uit de oude en in de vergetelheid geraakte wijsheden.
In de
'Fama' worden het leven en de lessen van CR beschreven, die een Duitser zou zijn van adellijke geboorte.
CR zijn hoogstwaarschijnlijk, dus niet voor 100% zeker, de initialen van
Christian Rosencreutz. De naam komt in de geschriften nooit voluit geschreven voor. Bovendien is de naam een schuilnaam zodat de werkelijke naam van de stichter van de orde onbekend is. Op dit gebied zijn er veel onzekerheden.
Hij werd geboren in 1378 en stierf, 106 jaar oud, in 1484. Er zijn hele verhalen (vaak met de allure van legenden) over zijn leven van jongeman tot volwassene en over de reizen die hij zou hebben gemaakt, maar die sla ik nu maar even over.
De Rozenkruisers gebruikten een eigen jaartelling waarin het jaar 1 het jaar van CR's geboorte is. Bij hen leefde hij dus van 1 tot 106.
Na de dood van CR raakte de orde wat in de vernieling. Veel van zijn leerlingen waren over de wereld uitgezwermd. Maar 120 jaar na CR's dood (in 1604) werd zijn graftombe teruggevonden. Die bevond zich in een soort crypte die werd afgesloten door een deur met als opschrift:
'Post CXX Annos Patebo' = (Na 120 jaar zal ik open gaan').
Even iets tussendoor. Bij de esoterici was het een eeuwenoud gebruik om aan alle letters van het alfabet een getal toe te kennen: a=1, b=2, c=3 etc. Omdat in het Romeinse abc de letters
i en
j dezelfde waren en zo ook de letters
u en
v, was de laatste letter van het alfabet, de 'z' dus, 24. IVLIVS CAESAR. Ook het joodse alfabet kent 24 tekens.
Langs de rand van de ronde graftombe stond de volgende spreuk:
ACRC Hoc Universi Compendium Vivus Mihi Sepulchrum Feci = ('Altaar van Christian RosenCreutz deze samenvatting van het heelal heb ik mij tijdens mijn leven tot graf gemaakt').
Daarnaast stonden er nog vijf andere korte teksten:
'Jesus Mihi Omnia' = 'Jezus is alles voor mij'
'Nequaquam Vacuum' = 'geenszins ledig'
'Legis Jugum' = 'het juk der wet'
'Libertas Evangelii' = 'de vrijheid van het evangelie'
'
Dei Gloria Intacta' = 'de onbevlekte glorie Gods'
Dat zijn alles bij elkaar dus 7 (zeven) teksten. En nu wilde ik een opdracht geven (geen dwingende opdracht maar meer een uitnodiging) namelijk deze: vervang iedere letter door het bijbehorende getal. Ik zal het van de eerste tekst voordoen:
P····o···s····t-----
CXX------
A····n···n···o···s-------
P···a···t····e··b····o (CXX is 120 op z'n Latijns geschreven)
15-14-18-19+++120++++1--13-13-14-18++++15-1--19--5-2--14. Totaal:
301.
Wel een gedoe, zeg, om dit met een beetje layout op papier te krijgen! Hopelijk is de bedoeling duidelijk.
Doe nu (als een soort oefening) hetzelfde met een of meer van de resterende 6 teksten, in ieder geval met de spreuk
ACRC Hoc Universi Compendium Vivus Mihi Sepulchrum Feci. Als je zin hebt natuurlijk. En laat me even weten wat je hebt gevonden. Als je blieft.
De oproep van de broederschap leidde in de jaren 1614 tot 1630 tot een stroom van publicaties. Die publicaties waren doorgaans van het bekende soort: belachelijk maken, denigrerende ad hominem argumenten, honende suggesties tot en met fysieke bedreigingen toe. Dat krijg je wel meer als bepaalde groeperingen wakker worden of zich beledigd voelen.
![Wink ;)](./images/smilies/icon_e_wink.gif)
Een paar jaar na het verschijnen van de 'Fama' is de broederschap uit zelfbehoud ondergronds gegaan (de catacomben ingegaan) en heeft niets meer van zich laten horen.
Later zijn nog wel geschriften verschenen met namen als
'Fratres Roseae et Aureae Crucis' en in 1650
'Gold und Rosencreutzer des alten Systems' maar die zijn duidelijk niet van de oude Rosencreutzers.
De Rozenkruisers die nu nog bestaan hebben geen enkele binding meer met de broederschap van toen. Dit voor alle duidelijkheid.
En daarna gaan we voetje voor voetje verder. Was Bach soms ook een Rosencreutzer of niet? De vraag alléén al!!!
Groeten.
Fons.
PS Een tijd geleden promoveerde de Groningse theologiestudent Thijs Voskuilen op het 'bewijs' dat de apostel Paulus in feite een geheim agent van Rome is geweest. Dat werkte toen in bepaalde kringen ook als een knuppel in een hoenderhok, zij het met wat minder gekakel dan toen de 'Fama' destijds verscheen. Later zou zijn uitgelekt dat het proefschrift als grap bedoeld was. Er is in ieder geval een theorie dat ook de 'Fama' een studentengrap was en het joch Johann Vantentin Andreae heette. Nou ja... doet er ook niet alles toe.
Ik heb er dus geen weet van of Rosencreutz en de Rosencreutzers echt hebben bestaan en dat het alleen maar een goed verhaal en/of een mythe is. Maar in het in 1714 gepubliceerde al dan niet imaginaire manifest van die al dan niet imaginaire Rosencreutzers ('Fama') staat de al dan imaginaire grafspreuk van die al dan niet imaginaire Rosencreutz. En het heeft er alles van (en dat is erg veel) dat Bach o.a. die grafspreuk kende en dat hij die - om welke reden dan ook - in zijn composities heeft verborgen. Volgens mij is dat zelfs zeker.
![Smile :-)](./images/smilies/icon_e_smile.gif)
Een theoloog die naar exactheid streeft, heeft de eerste stap gezet op de weg naar het atheïsme. Een agnost is geen naïeveling, maar iemand die god nauwkeurig 'kent', voor wie dus veel, zo niet alle gods'voorstellingen' hun betekenis hebben verloren.