Ik kan dus voor het gerecht worden gedaagd. Maar... dan neem ik Bram Moszcowicz als advocaat en die vindt wel een reden om de rechtbank te wraken. B.v. omdat op dit forum evo's en crea's full time met elkaar bezig zijn en die interesseren zich nergens anders voor dan voor het optreden van hun discussiepartner.
Overigens... de moderator heeft alle bevoegdheid om onderstaande tekst te verwijderen, Safety first!
De tekst is van Sylvia Witteman. Of zij familie is van Paul Witteman (van Pauw en Witteman, momenteel drie maanden helaas vervangen door Knevel en vd Brink) weet ik niet. Maar de columns die ze schrijft zijn doorgaans geestig. Beter gezegd: ík vind haar columns doorgaans geestig. Deze column dus ook. Vandaar...
![Wink ;)](./images/smilies/icon_e_wink.gif)
Groeten.
Fons.
Dag des oordeels
Op station Lelylaan stond de trein een paar minuten stil. Pal voor mijn raampje bevond zich een billboard met de tekst 'DAG DES OORDEELS 21 MEI... roept sterk tot God'! Het geheel was voorzien van een grote, vrolijk scheef geplakte sticker van het soort dat men ook op afgeprijsde vleeswaren aantreft, alleen stond er niet '35% korting' maar 'De Bijbel garandeert het'!
Een en ander riep nogal wat vragen op. Dat 'Roep sterk tot God' bijvoorbeeld. Als we maar hard genoeg roepen, gaat die dag des oordeels dan niet door? Dat leek me stug, want iets dat de bijbel garandeert wordt toch niet zomaar afgelast omdat er toevallig op station Lelylaan een willekeurige, nota bene ongelovige, treinpassagier aanroept? Nee, dat zou wel érg gemakkelijk zijn.
En dan dat precieze '21 mei'. Voorspellingen betreffende het einde der tijden zijn altijd een stuk overtuigender als de omstandigheden wat ongewisser worden gelaten: 'Zodra de zon zeventien keer over het rode zegel is gezakt en vier grote branden over de aarde zijn gereisd vaart de veerpont naar de zwarte maan' spreekt toch méér tot de verbeelding dan '21 mei'. Bovendien houd je als cryptische voorspeller een slag om de arm: mochten gedupeerden daags na de uitgebleven apocalyps komen reclameren omdat ze nog steeds bestaan, dan zeg je gewoon: 'Nee, joh, ik bedoel de vólgende veerpont naar de zwarte maan'.
Ik probeerde me een voorstelling te maken van de grote dag zelf. Het was in vele opzichten wel een oplossing. Tobberijtjes over achterstallige bibliotheekboeken is men bijvoorbeeld geneigd opzij te zetten als de wereld vergaat. Zou ik naar de hemel mogen? Echt slechte dingen heb ik nooit gedaan, maar Onze Lieve Heer schijnt behoorlijk moeilijk te doen over kleinigheden als onkuisheid, gramschap en gulzigheid. Als ik naar de hel ging, hoe moest het dan met mijn kinderen? Hadden die wel voldoende doodzonden gedaan om met me mee te mogen? Of kwamen die op een aparte jeugdafdeling met ballenbak? De meeste zorgen maakte ik me nog om mijn kat Lola. Over vervoer van huisdieren zwijgt de bijbel, dus waarschijnlijk moest ik haar alleen thuis laten. Ik hoopte maar dat de stakker door alle consternatie heen zou slapen en nam me voor een paar zakken kattenbrokjes geopend klaar te zetten, want weet dat opperwezen veel, dat ze te stom is om muizen te vangen?
Schuin tegenover me zat een jong stel óók naar die poster te kijken. De jongen droeg een T-shirt met WARRIOR erop. Hij zag er niet uit als een warrior. Meer als een sudoku-invuller. '21 mei, dat is al gauw...' zei het meisje. Ze had puistjes en dun, steil haar dat bij de scheiding een beetje vettig was. Ze klonk nauwelijks gealarmeerd: meer alsof ze zichzelf eraan wou herinneren op tijd de was binnen te halen. 'Ja', antwoordde de jongen. Hij zette zijn iPod aan en begon lusteloos in een exemplaar van de Metro te bladeren. De trein reed verder zonder dat ook maar iemand in de coupé tot God had geroepen.
Toch jammer, want je weet maar nooit.