3. De vrouw van Magdala.
Jacobus de Voragine (1228-1298), een dominicaans priester-monnik, schreef het boek
‘Legenda Aurea’ (Gouden Verhalen). In een tijd dat het gewone volk de bijbel niet mocht lezen (de z.g. Vulgata = ‘Volkse Bijbel’ was in het Latijn, dus ‘men’ kón hem niet eens lezen) had dit boek een geweldige invloed op het religieuze besef van de middeleeuwse mens.
Een van de verhalen gaat over Maria Magdalena en dat verhaal gaat aldus en als ik de onwaarheid vertel dan is het in commissie:
Deze steenrijke dame (soort Nina Brink) was eigenaresse van de burcht Magdala bij het meer van Tiberias. Verder was het dorp Betanië van haar alsmede een paar dure wijken in Jeruzalem. Lazarus was haar broer en Martha haar zus. Dat die familie goed in de slappe was zat was al duidelijk want Lazarus had een eigen, in de rotsen uitgehouwen graf met een steen ervoor. Hij stond in de
Quote van die dagen. Maria leidde een nogal werelds leven en werd daarom ‘de zondares’ genoemd. Dat veranderde tijdens het etentje bij Simon de Farizeeër.
* Jezus ‘dreef zeven boze geesten bij haar uit’ en zij werd Jezus’ ‘bijzondere vriendin’. Zij werd Zijn gastvrouw en huishoudster.
* Jezus nam het voor haar op tegenover de Farizeeën die haar onrein noemden, tegenover haar zuster Martha, die haar lui noemde, tegenover Judas, die haar verkwistend noemde en tegenover Petrus, die haar onwaardig noemde.
* Na Jezus’ dood werd Maria, samen met Martha en Lazarus, de dienstbode Martilla, Jozef van Arimathea (die een kelk bij zich had met daarin Jezus’ bloed) en nog een aantal christenen door de Joden op een stuurloos schip gezet, dat uiteindelijk in Marseille belandde. Aldus het verhaal van Voragine!!!
* In het Provençaalse land ging zij enige jaren predikend rond, trok zich daarna terug op een onherbergzame plaats waar engelen haar kwamen laven en werd na dertig jaar kluizen ten hemel opgenomen. Weer: volgens het verhaal.
Tot zover de ‘Legende Aurea’. Het is een legende dus en niet direct objectieve geschiedschrijving.
Er bestaan overigens meerdere legenden over Maria Magdalena, waarvan sommigen zich uitdrukkelijk op de evangeliën beroepen. Maar… de ruimte hier is beperkt.
Het is wonderlijk hoe Maria heeft weten te ontsnappen aan de middeleeuwse vrouwenhaat (waarover later) en óók dat ‘men’ er niet in geslaagd is haar rol in Jezus’ leven te verheimelijken. Wel merkt de kerkleraar Ambrosius van Milaan (± 339-397) op:
‘Het is acceptabel dat een vrouw wordt aangesteld als boodschapster voor de mannen. Zodat zij, die als eerste aan de man de boodschap van de zonde in de wereld had gebracht, ook de eerste zou zijn die de boodschap van de genade van Christus zou brengen’. Ook weer een beetje zure opmerking vind ik, maar wel ‘slim bedacht’ van die Ambrosius.
In de eerste anderhalve eeuw stond Maria Magdalena bekend als de ‘apostola apostolorum’ de apostel der apostelen of ‘de apostel bij uitstek’. Volgens het evangelie was zij de eerste die de verrezen Jezus ontmoette. De latere kerk verklaarde haar echter niet heilig als ‘apostola apostolorum’ maar als ‘Maria Magdalena van de boetedoening’. Fijne (‘spirituele’?) nuance!
En waarom ‘van de boetedoening’? Omdat bij haar ‘zeven duivels waren uitgedreven’ en dat is dan een
metafoor voor: omdat zij de ‘zevenvoudige inwijding’ had doorlopen. Velen lijken deze betekenis niet te kennen of willen die niet kennen. Verder werd zij gelijkgesteld (waarom?) met de anonieme ‘zondares’ (?) die bij Simon Jezus’ voeten zalfde. Die ’zondares’ (?) was de zus van Lazarus (?).
En zo zijn de anonieme ‘zondares’, Maria van Betanië en Maria van Magdala één vrouw geworden. Paus Gregorius de Grote (± 540-604) verklaarde dit rond het jaar 596 tot officiële kerkelijke leer! Dus iedereen: koppen dicht!!! Die paus was er namelijk zelf bij geweest, in ieder geval: hij is onfeilbaar!
Dingen kunnen vreemd gaan. Verhalen ook.
In het NT vertelt Lucas: a) zondares zonder naam, b) wast Jezus voeten met tranen, c) droogt ze af met haar haren, d) zalft de voeten en e) er is een ‘albasten vaas balsem’.
Matteüs en Marcus: a) Jezus is twee dagen vóór Pasen in het huis van Simon ‘de melaatse’ (niet de Farizeeër) in Betanië, b) er komt ‘een vrouw’, c) die een albasten kruikje balsem over Jezus’ hoofd uitgiet.
Bij Johannes: a) Jezus zit aan tafel bij Lazarus en Martha speelt voor gastvrouw. b) zus Maria komt met een flesje heel dure nardus balsem, c) zalft Jezus’ voeten en d) droogt die met haar haren af.
Zoals gezegd: verhalen kunnen vreemd gaan. Welk verhaal is het juiste? Je moet wel het goede verhaal geloven, anders ben je niet ‘christelijk’.
De anonieme ‘zondares’ heet vanaf nu Maria en als Lucas in een volgende hoofdstuk vertelt over Maria Magdalena, bij wie zeven duivels (en DUS was ze ‘bezeten’!) waren uitgedreven heeft Maria ook een achternaam. Zo gaan die dingen.
In de kerkelijke traditie heeft de Maria ‘als zondares’ het op de duur gewonnen van de ‘apostola apostolorum’. Talloze huizen voor ‘gevallen vrouwen’ hebben haar naam gedragen. Zij was dus de patrones van die tehuizen. Zo was Petrus patroon van de poeliers, want Petrus had een haan horen kraaien; driemaal zelfs. En de martelares Apollonia is de patrones van de tandartsen en sinds een aantal jaren ook van de orthodontisten en de mondhygiënisten. Bij Apollonia waren nl alle tanden en kiezen uitgetrokken. Zonder verdoving ook dat nog.
En dan worden in 1945 in Nag Hammadi ‘verloren gegane’ evangeliën ontdekt. De Heilige Geest waait nu eenmaal waar Hij wil. Maar… dat gaf en geeft wel wat problemen hier en daar. In ieder geval op een site waar ik dit plaatste: ik kon verdwijnen en mijn bijdragen werden weggehaald.
Ben een piepklein beetje benieuwd dus…
Wordt vervolgd.
Groeten.
Fons.
Een theoloog die naar exactheid streeft, heeft de eerste stap gezet op de weg naar het atheïsme. Een agnost is geen naïeveling, maar iemand die god nauwkeurig 'kent', voor wie dus veel, zo niet alle gods'voorstellingen' hun betekenis hebben verloren.