Alvin Kuhn schrijft in 'Wie is de Koning der Glorie'?: Veel van wat in de christelijke historie is terechtgekomen bestond lang tevoren als uitgesproken geen historie in de Egyptische mythologie en eschatologie. Toen de zon op de lente equinox het teken van de vissen binnenging (225 v.C.) was de Jezus, die doorgaat voor de stichter van het christendom, al 4.000 jaar oud en speelde hij al de rol van de 'Altijd Komende voor Alle Tijden'.
Gedurende deze jaren heeft de incarnatie van het goddelijke ideaal in de figuur van Iusa (of Horus), de 'Komende Zoon', de Egyptische geest beïnvloed. Niemand uit die tijd heeft echter er maar over gedacht om dat beeld van die ideale mens tot menselijke geschiedenis te maken in de persoon van een man van vlees en bloed.
Egypte en de Egyptische cultuur blijven tot op de dag van vandaag boeien. Toch zal menigeen een slecht idee hebben van de Egyptische religiositeit, vooral omdat men te weinig kennis heeft van de rol van de mythe en van de symbolische aard ervan. Het gaat me er niet om iemand tot het Egyptisch geloof te 'bekeren', maar alleen om hem een idee van de Egyptische mythe bij te brengen.
Ik wil me verder beperken tot een paar beschrijvingen van het 'heidense' Egyptische geloof en tot enkele 'heidense' teksten, waarin dat tot uitdrukking komt. Het is allemaal wat beknopt en wie er (veel) meer over wil lezen verwijs ik naar Tom Harpur: The Pagan Christ (2004) waar veel literatuur is samengevat en naar nog veel meer literatuur wordt verwezen.
Net als de christenen geloofden de Egyptenaren in een 'ENE' en deze was ongeschapen, uit zichzelf bestaand, onsterfelijk, onzichtbaar, eeuwig, alwetend, almachtig en ondoorgrondelijk. Van die ENE komt alles: hemel, aarde, land, lucht en water, man en vrouw, dieren en planten en al dat voor de mens onzichtbaar is.
Tekst op een piramide: 'O gij goddelijk kind, dat zichzelf heeft geschapen, ik ben niet in staat u naar de werkelijkheid te beschrijven'. (Slaat op Horus.)
Wallis Budge toont in zijn boek 'Egyption Religion' aan dat de Egyptische 'God' een ideaalbeeld was voor de mens, levend in deze wereld en een wereld daarna. Osiris en Horus waren de grootste 'verbeeldingen' van deze mens, maar geen van beiden was een 'historisch' persoon.
Hij betoogt ook dat de lijst van Egyptische 'goden' bladzijden lang is, maar dat al deze 'goden' niet meer zijn dan vormen, eigenschappen of fasen van de ENE, die onkenbaar en onbenoembaar was. Voor die 'goden' werd dan ook een apart woord gebruikt: 'Neter'.
Ook moeten we ons realiseren dat de hiëroglyfen en andere bronnen duizenden jaren beslaan en de manier van uitdrukken was niet eeuw na eeuw dezelfde. Maar, beklemtoont Budge herhaaldelijk, denken dat de Egyptenaren polytheïsten waren is een fundamenteel, zeg maar bulderend misverstand. Zij zijn altijd monotheïsten geweest en gebleven. Zij 'verdeelden' de Onbenoembare in benoembare stukken.
Tekst: 'De hemel rust boven zijn hoofd en de aarde is een voetbank voor zijn voeten' doet aan Jesaja denken.
Tekst: 'Ra is genadig voor hen die hem eerbiedigen en hij hoort hen die naar hem roepen. Hij beschermt de zwakken tegen de sterken en luistert naar hem die in boeien is geslagen' letterlijk een psalmtekst.
De Egyptenaren geloofden dat er een tijd was geweest dat er niets was, behalve een eindeloos grote donkere watervlakte (NU = Niets). Maar… 'De geest sprak en daar was de schepping'. (Genesis 1.)
De Egyptenaren vertelden dat Osiris eens verraden werd, dat hij de dood vond na gemarteld te zijn door duivelse geesten maar dat hij de strijd met die laatste had gewonnen en weer was opgestaan. En daarmee was hij de gelijke van Ra geworden.
Budge schrijft: 'De verering van Osiris was zo wijd verspreid en het geloof in hem als de god van de verrijzenis zat zo diep dat Osiris het (voor)beeld was van zowel een god als een mens. Hij was het model voor alle Egyptenaren, die, ongeacht hun leeftijd, ook geconfronteerd werden met ellende, ziekte en dood'. Vandaar de hiëroglyfentekst: 'Omdat hij zelf had geleden en op de proef was gesteld, is hij een hulp voor allen die op de proef gesteld worden'. Klinkt naar de Hebreeënbrief.
In een mythe wordt de 'goddelijke' Osiris een mens, die op aarde leefde, at en dronk, een nare dood stierf en daarna, geholpen door de 'goden' (voornamelijk Horus), weer verrees om nooit meer te sterven. En dan zegt een tekst: 'Wat Osiris deed, kan de mens ook doen en wat de 'goden' voor Osiris deden, zullen zij ook voor de mens doen'.
En Horus leek dermate sterk op zijn vader Osiris dat: 'Horus en zijn vader waren één'. Tekst uit het Johannesevangelie.
In het Egytische 'Boek over de Dood' staat: 'Uw zoon Horus is de triomfator. De macht over de wereld is in zijn handen gelegd en zijn heerschappij zal duren tot in eeuwigheid'.
Budge schrijft tenslotte: 'Bij de Egyptenaren hebben later de christenen het prototype van hun Christus gevonden en talloos zijn de Egyptische beelden, die Isis voorstellen, die haar zoon Horus op haar schoot de borst geeft'. Zij stond bij de Egyptenaren in hoog aanzien als de 'goddelijke moeder'. Als rooms katholiek moet je uitkijken dat je niet Maria met het Kind ziet en een kaarsje aansteekt. Want dat zou heidens zijn.
![Twisted Evil :twisted:](./images/smilies/icon_twisted.gif)
En dit is een wat vluchtige samenvatting misschien, het is maar om aan te geven dat die 'heidense' Egyptenaren heel veel hadden, dat je nu bij de christenen terugvindt. Alleen… bij de Egyptenaren was het allemaal mythe en geen waar gebeurde 'op aarde gebeurde' geschiedenis.
Wordt vervolgd in deze draad maar met een ander nummer.
Groeten.
Fons.