Dag Carel,
'Alles wat ik zie zie ik alleen' lijkt me, indien letterlijk verstaan, niet waar. Toch is het zo. Wat ik zie/ervaar is echt uniek, net als wat jij ziet ook uniek is. We kunnen dit soort dingen niet delen, we kunnen erover praten, meer niet.
Hier vindt – in mijn opinie – een confrontatie plaats tussen twee kennisleren, die van Plato en die van Aristoteles. Voor beiden speelde het probleem: hoe is het mogelijk dat er buiten mij iets
is en binnen mij hetzelfde, al
is het daar heel anders? Hoe is toch het verband tussen de stoffelijke werkelijkheid buiten mij en de volledig andere werkelijkheid binnen mij; tussen de objectieve wereld buiten en de begrippenwereld binnen?
* Is het dwaas te beweren: we kijken naar dezelfde boom of: we luisteren naar dezelfde muziek? Er staat een boom óf hij staat er niet; er klinkt een stuk muziek óf het klinkt niet. Meer mogelijkheden zijn er niet. Wij zien dezelfde boom (er is er maar één) en horen dezelfde muziek (er klinkt er maar een). Dit lijkt me geen dwaze bewering tenzij we beiden onze ogen dicht hebben of al slapende niet luisteren.
Laten we bij kijken blijven.
We kijken naar een boom en ik zeg: “Mooie dennenboom”. Jij zegt: “Hé...dat is geen dennenboom, dat is een spar”! Nu zijn er twee mogelijkheden: óf we hebben allebei ongelijk (het is een conifeer) of een van ons tweeën heeft ongelijk en dat zal ik dan wel zijn want ik weet zo een-twee-drie niet het verschil te noemen tussen een den en een spar.
Ik neem dus zonder meer aan dat het een spar is en zeg: “Wat een prachtige spar dan”. Jij zegt: “Stelt niet zoveel voor, moet je die voor mijn huis eens zien”! Blijkbaar is onze ervaring bij het zien van een en dezelfde boom niet hetzelfde. Dit keer ligt het niet aan de boom (is voor ons beiden die ene spar) maar aan de manier van kijken/zien en waarderen van die boom. Dat doe jij anders dan ik.
En... waarom zouden we dit niet kunnen delen? Zelfs niet na enig praten? Of gewoon even kijken?
* Plato loste het probleem als volgt op: in de buitenwereld IS de boom wat de boom daar IS. In de kenniswereld/ideeënwereld of: in ons is de boom zoals hij daar is. Dat die twee aan elkaar gelijk zijn (gelijkvormig zijn, essentieel gelijk zijn)
wordt gegarandeerd door Iets. En nu zoeken naar een naam voor dat Iets. Alsof een godheid er zorg voor draagt dat, als ik al kijkende denk een spar te zien, dat er dan in werkelijkheid ook een spar staat. Hegel gebruikte eeuwen later het beeld van twee gelijklopende klokken.
Dit heet het idealisme: ik leef in de wereld van ideeën die (gegarandeerd) overeenstemt met de wereld buiten mij, de realiteit. Tussen twee haakjes: dit alles gold pas als 'kennen' metterdaad voldeed aan alle eisen die aan waarachtig kennen worden gesteld.
* Aristoteles zag het kenproces anders en nam aan dat de 'realistische' spar zelf (via het gezien worden) het beeld/de kennis van zijn aanwezigheid in de kijker
veroorzaakt. De 'kenner wordt intentioneel het gekende' heet dat in het vakjargon van de goede man. Zijn leer wordt daarom het realisme genoemd.
In de gewone dagelijkse praktijk zijn wij tegenwoordig allemaal discipelen van Aristoteles. Meen ik te mogen zeggen. Ik ben het in ieder geval wel.
Op de uitdrukking 'Hij heeft het licht gezien' heb ik ook zo mijn commentaar, maar dat is wat off topic.
Groeten.
Fons.
PS Juda en jij hebben die 8 maanden postings over mythen etc. ontdekt. Ik was al helemaal vergeten dat ik ze ooit had geplaatst. Eerst maar eens deze draad afwerken want in multi tasking ben ik niet zo goed. OK?