Proeve van bijbelexegese.

Veel wetenschappers zijn gelovig. op gebieden als evolutie en het ontstaan van het heelal. De vraag is of deze twee 'belevingswerelden' elkaar al of niet uitsluiten of juist aanvullen
FonsV
Berichten: 807
Lid geworden op: 20-07-2010 14:31

Proeve van bijbelexegese.

Bericht door FonsV » 16-12-2010 14:25

Dag Carel,

Dank voor je 'tóch nog een reactie'. :)
Je schreef:Deze post was me ontgaan, nu dan dus.
Ik had al de conclusie getrokken: hij doet er het zwijgen toe dus zijn we uitgepraat. Weer eens een keertje mis dus. ;)
Ik schreef:Of we het ooit eens zullen worden betwijfel ik, maar dat lijkt me niet het einde van alles.
Je schreef:Het feit dat we het hier ooit over eens zullen worden...

Dat is nu net – al dan niet terecht – wat ik betwijfel. Het kan natuurlijk zijn dat de een de ander alleen maar niet begrijpt. En daaraan is wel eens iets te doen.
Je schreef:Bij mij roept het iets van Descartes op, 'ik denk dus ik besta'. Maar 'ik ben die ben' is dieper, filosofischer. Mooie zin.
De zin wordt (te) vaak vertaald met 'Ik ben die Ik ben'. Maar dat kunnen jij en ik ook zeggen zonder de waarheid geweld aan te doen. Wat is dus het speciale ('geheime') in de uitspraak van JHWH?
Je schreef:Het interessante hier is dat wij als mens feitelijk precies tussen deze twee 'onmeetbaarheden' in staan.
Ja, dat is het inderdaad. Ik heb eens gekeken naar een vormgeving van de 'The Power of Ten' (als ik me de naam goed herinner). Ik vond het idee, zelfs in die kunstmatige vormgeving adembenemend. Ik vind o.a. het heelal onvoorstelbaar en nóg onvoorstelbaarder kan het voor mij niet worden.
Ik schreef:Als ik in de krant lees dat iemand op miljoenen lichtjaren van de aarde een zwart gat heeft ontdekt denk ik bij mezelf: 'Over even zoveel miljoenen lichtjaren kun je zien wat er werkelijk (be)stond toen je het zwarte gat zag. Dat wordt dus even wachten.
Je schreef:hier ben je compleet onbegrijpelijk voor me.
Dan probeer ik het uit te leggen en... niet lachen om de lekenpraat die ik mogelijk ga verkopen. Alhoewel... lachen is gezond. :lol:

Ver weg in het heelal zie ik een zwart gat. De afstand tot dat gat is 1.000.000 lichtjaar. Dat wil voor mij zeggen dat het beeld van dat zwarte gat 1.000.000 jaar nodig heeft gehad om mij te bereiken. Ik zie dus hoe het gat er 1.000.000 jaar geleden uitzag. Vraag: Hoe ziet het er over 1.000.000 jaar vanaf NU uit? Hetzelfde of is het iets anders geworden? Dat wordt dus een hele tijd wachten voor het zo ver is.
Je schreef:Die reis heeft ons perspectief verbreed en dat doet het ontdekken van zwarte gaten ook.
M.a.w. we 'weten' weer een en ander meer. En als het voornaamste inzicht is dat we – zoals jij het formuleert – niet meer hebben dan deze ene aarde en dat we het daarvan moeten hebben, dan zijn we het in dit geval met elkaar helemaal eens. Ik mag er wel bij zeggen dat ik van dat laatste overtuigd was nog vóór de reis naar de maan, vóór het ontdekken van zwarte gaten en vóór de reis naar Mars.

In de krant las ik dat een of andere geleerde hotemetoot in de US heeft voorgesteld de astronauten niet van Mars te laten terugkeren omdat dat meer dan 80% van de kosten zou besparen.

Dat is nou eens niet mijn wereld want ik ben toch niet gek!!!

Groeten.

Fons.
Een theoloog die naar exactheid streeft, heeft de eerste stap gezet op de weg naar het atheïsme. Een agnost is geen naïeveling, maar iemand die god nauwkeurig 'kent', voor wie dus veel, zo niet alle gods'voorstellingen' hun betekenis hebben verloren.

Juda
Berichten: 505
Lid geworden op: 20-04-2011 14:40

Bericht door Juda » 29-04-2011 07:12

Johannes 11
ik hoop dat dit het makkelijker maakt:
http://svg.scripturetext.com/john/11.htm
LET OP!
dit is een andere link.
je kan hier de Griekse grondtekst erbij halen.
1 En er was een zeker man krank, genaamd Lazarus, van Bethanie, uit het vlek van Maria en haar zuster Martha. 2

(Maria nu was degene, die den Heere gezalfd heeft met zalf, en Zijn voeten afgedroogd heeft met haar haren; welker broeder Lazarus krank was.)
3 Zijn zusters dan zonden tot Hem, zeggende: Heere, zie, dien Gij liefhebt, is krank.
4 En Jezus, dat horende, zeide: Deze krankheid is niet tot den dood, maar ter heerlijkheid Gods; opdat de Zone Gods door dezelve verheerlijkt worde.
5 Jezus nu had Martha, en haar zuster, en Lazarus lief.
6 Als Hij dan gehoord had, dat hij krank was, toen bleef Hij nog twee dagen in de plaats, waar Hij was.
7 Daarna zeide Hij verder tot de discipelen: Laat ons wederom naar Judea gaan.
8 De discipelen zeiden tot Hem: Rabbi! de Joden hebben U nu onlangs gezocht te stenigen, en gaat Gij wederom derwaarts?
9 Jezus antwoordde: Zijn er niet twaalf uren in den dag? Indien iemand in den dag wandelt, zo stoot hij zich niet, overmits hij het licht dezer wereld ziet;
10 Maar indien iemand in den nacht wandelt, zo stoot hij zich, overmits het licht in hem niet is.
11 Dit sprak Hij; en daarna zeide Hij tot hen: Lazarus, onze vriend, slaapt; maar Ik ga heen, om hem uit den slaap op te wekken.
12 Zijn discipelen dan zeiden: Heere, indien hij slaapt, zo zal hij gezond worden.
13 Doch Jezus had gesproken van zijn dood; maar zij meenden, dat Hij sprak van de rust des slaaps.
14 Toen zeide dan Jezus tot hen vrijuit: Lazarus is gestorven.
15 En Ik ben blijde om uwentwil, dat Ik daar niet geweest ben, opdat gij geloven moogt; doch laat ons tot hem gaan.
16 Thomas dan, genaamd Didymus, zeide tot zijn medediscipelen: Laat ons ook gaan, opdat wij met Hem sterven.

17 Jezus dan, gekomen zijnde, vond, dat hij nu vier dagen in het graf geweest was.
18 (Bethanie nu was nabij Jeruzalem, omtrent vijftien stadien van daar.)
19 En velen uit de Joden waren gekomen tot Martha en Maria, opdat zij haar vertroosten zouden over haar broeder.
20 Martha dan, als zij hoorde, dat Jezus kwam, ging Hem tegemoet; doch Maria bleef in huis zitten.
21 Zo zeide Martha dan tot Jezus: Heere, waart Gij hier geweest, zo ware mijn broeder niet gestorven;
22 Maar ook nu weet ik, dat alles, wat Gij van God begeren zult, God U het geven zal.
23 Jezus zeide tot haar: Uw broeder zal wederopstaan.
24 Martha zeide tot Hem: Ik weet, dat hij opstaan zal in de opstanding ten laatsten dage.
25 Jezus zeide tot haar: Ik ben de Opstanding en het Leven; die in Mij gelooft zal leven, al ware hij ook gestorven;
26 En een iegelijk, die leeft, en in Mij gelooft, zal niet sterven in der eeuwigheid. Gelooft gij dat?
27 Zij zeide tot Hem: Ja, Heere; ik heb geloofd, dat Gij zijt de Christus, de Zone Gods, Die in de wereld komen zou.

28 En dit gezegd hebbende, ging zij heen, en riep Maria, haar zuster, heimelijk, zeggende: De Meester is daar, en Hij roept u.
29 Deze, als zij dat hoorde, stond haastelijk op, en ging tot Hem.

30 (Jezus nu was nog in het vlek niet gekomen, maar was in de plaats, waar Hem Martha tegemoet gekomen was.) 31 De Joden dan, die met haar in het huis waren, en haar vertroostten, ziende Maria, dat zij haastelijk opstond en uitging, volgden haar, zeggende: Zij gaat naar het graf, opdat zij aldaar wene.
32 Maria dan, als zij kwam, waar Jezus was, en Hem zag, viel aan Zijn voeten, zeggende tot Hem: Heere, indien Gij hier geweest waart, zo ware mijn broeder niet gestorven. 33 Jezus dan, als Hij haar zag wenen, en de Joden, die met haar kwamen, ook wenen, werd zeer bewogen in den geest, en ontroerde Zichzelven;
34 En zeide: Waar hebt gij hem gelegd? Zij zeiden tot Hem: Heere, kom en zie het.
35 Jezus weende.
36 De Joden dan zeiden: Ziet, hoe lief Hij hem had!
37 En sommigen uit hen zeiden: Kon Hij, Die de ogen des blinden geopend heeft, niet maken, dat ook deze niet gestorven ware?

38 Jezus dan wederom in Zichzelven zeer bewogen zijnde, kwam tot het graf; en het was een spelonk, en een steen was daarop gelegd.
39 Jezus zeide: Neemt den steen weg. Martha, de zuster des gestorvenen, zeide tot Hem: Heere, hij riekt nu al, want hij heeft vier dagen aldaar gelegen.
40 Jezus zeide tot haar: Heb Ik u niet gezegd, dat, zo gij gelooft, gij de heerlijkheid Gods zien zult?
41 Zij namen dan den steen weg, waar de gestorvene lag. En Jezus hief de ogen opwaarts, en zeide: Vader, Ik dank U, dat Gij Mij gehoord hebt.
42 Doch Ik wist, dat Gij Mij altijd hoort; maar om der schare wil, die rondom staat, heb Ik dit gezegd, opdat zij zouden geloven, dat Gij Mij gezonden hebt.
43 En als Hij dit gezegd had, riep Hij met grote stemme: Lazarus, kom uit!
44 En de gestorvene kwam uit, gebonden aan handen en voeten met grafdoeken, en zijn aangezicht was omwonden met een zweetdoek. Jezus zeide tot hen: Ontbindt hem, en laat hem heengaan.

45 Velen dan uit de Joden, die tot Maria gekomen waren, en aanschouwd hadden, hetgeen Jezus gedaan had, geloofden in Hem.
46 Maar sommigen van hen gingen tot de Farizeen, en zeiden tot hen, hetgeen Jezus gedaan had.

47 De overpriesters dan en de Farizeen vergaderden den raad, en zeiden: Wat zullen wij doen? want deze Mens doet vele tekenen.
48 Indien wij Hem alzo laten geworden, zij zullen allen in Hem geloven, en de Romeinen zullen komen, en wegnemen beide onze plaats en volk.
49 En een uit hen, namelijk Kajafas, die deszelven jaars hogepriester was, zeide tot hen: Gij verstaat niets;
50 En gij overlegt niet, dat het ons nut is, dat een mens sterve voor het volk, en het gehele volk niet verloren ga.
51 En dit zeide hij niet uit zichzelven; maar, zijnde hogepriester deszelven jaars, profeteerde hij, dat Jezus sterven zou voor het volk;
52 En niet alleen voor dat volk, maar opdat Hij ook de kinderen Gods, die verstrooid waren, tot een zou vergaderen.
53 Van dien dag dan af beraadslaagden zij te zamen, dat zij Hem doden zouden.

54 Jezus dan wandelde niet meer vrijelijk onder de Joden; maar ging van daar naar het land bij de woestijn, naar de stad, genaamd Efraim, en verkeerde aldaar met Zijn discipelen.

55 En het pascha der Joden was nabij, en velen uit dat land gingen op naar Jeruzalem, voor het pascha, opdat zij zichzelven reinigden.
56 Zij zochten dan Jezus, en zeiden onder elkander, staande in den tempel: Wat dunkt u? Dunkt u, dat Hij niet komen zal tot het feest?
57 De overpriesters nu en de Farizeen hadden een gebod gegeven, dat, zo iemand wist, waar Hij was, hij het zou te kennen geven, opdat zij Hem mochten vangen.

eigenlijk spreekt dit voor zich.
Christus laat Lazarus sterven om te tonen hoe machtig God is.
Daarna wekt hij hem op uit de Doden, en de Joden worden kwaad, omdat hij hun in hun macht aantast.
Logisch ook, iemand die niet letterlijk in het OT gelooft, maar wel wonderen doet en laat zien dat God achter hem staat. lijkt me knap bedreigend voor schriftgeleerden.
het Zelf is mijn God
het Zelf is Liefde, Het Zelf is Kracht.
Het is Rust, en het is Vrede.
Brahman is de Natuur en Atman is het Goddelijke Zelf dat wij allen in ons dragen.
www.arsfloreat.nl/downloads.html lees gita.pdf

Plaats reactie