Proeve van Bijbelexege Besluit
Een lang verhaal tot besluit.
Uit het Egyptische
'Boek over de Dood' komen de volgende gegevens:
Eenmaal per jaar werden in mysteriespelen de dood, de begrafenis en de wederopstanding van Osiris (of Horus) gevierd. (Er zijn meerdere 'rolverdelingen' in die mysteriespelen.) De spelen werden opgevoerd in een stad die voor die gelegenheid de naam 'ANU' kreeg, wat in het Grieks soms met 'Heliopolis' (Stad van de zon) werd vertaald. Een stad voor enige tijd een andere naam geven gebeurt in de carnavalstijd nog steeds: 's Hertogenbosch heet dan Oeteldonk b.v.
'ANU' is een samenstelling van 'A' en 'NU'. NU was de naam van de 'lege ruimte', de 'wateren', de 'oersoep' (uit de nieuwe Bijbelvertaling). De A is de alfa privans. Letterlijk vertaald staat er dus: 'Niet Niks' of 'Iets' of de concrete wereld. En zo werd ANU de plaats waar de 'goddelijke vonk', 'geest' of 'ziel' door een symbolische dood opnieuw of verder op weg ging naar de overwinning van de dood.
ANU had nog een tweede naam: 'Huis van overvloedig brood'. 'De mens leeft niet van brood alleen'. De hiëroglyfen beslaan meer dan duizend jaar en voor dezelfde zaak werd niet altijd dezelfde term gebruikt. Het Hebreeuws combineerde de twee namen tot 'Beth (huis) van ANU': Bethanu. (Bethlehem betekent Huis van brood.) Bethanu werd ook geschreven als Bethany en daar hebben wij Bethanië van gemaakt.
In ANU of Bethanië kwam tijdens de mysteriespelen de god Osiris weer ten leven. En hij kwam weer tot leven omdat zijn zoon Horus hem uit zijn graf tevoorschijn riep NB met de woorden:
"Osiris, kom tevoorschijn"!
Volgens de Egypte-kenner Wallis Budge en de nodige andere deskundigen was een oude naam voor Osiris: ASAR. En het gebeurt meer dat de tekst van liederen en liturgieën (mysteriespelen) bij de taalontwikkelingen achterblijft, niet meeverandert met de dagelijkse taal. 'Mijn schild ende
betrouwen zijt …'. (van Dale: [Belg., niet alg.] vertrouwen.
Zoals christenen over Jezus als 'de' Christus spreken om diens enigheid te accentueren, zo deden de Egyptenaren dat ook: Dé ASAR. Ze deden dat trouwens bij vele van hun goden en godinnen: dé Horus, dé Isis, dé Ichthys etc. om daarmee de bijzonderheid of bovenmenselijkheid van die personen uit te drukken. Op die manier: 'goddelijke/goddelijke Horus' etc. (Wie bedoelen voetballers met 'dé Johan'?)
In het Hebreeuws werd dat weer 'el' ASAR en de Grieken en Romeinen maakten er respectievelijk Elasar'os', Elasar'us' van want de woorduitgang 'os' of 'us' is mannelijk.
En toen de eerste letter was komen te vervallen was daar Lazarus, de Osiris van de Beth-Anu, die tijdens mysteriespelen ten leven werd gewekt.
De hiërogliefen vertellen verder dat Horus, op weg naar het graf van Osiris, door de godinnen Meri (oudere naam voor Isis) en haar zuster Nephthys werd vergezeld, 5000 jaar voor Maria en Martha Jezus vergezelden naar het graf van Lazarus. En… iedereen weende. De plaats van het graf werd in het mysteriespel dan ook de 'plaats van het wenen' genoemd.
Nog een aardig staaltje vergelijkende taalwetenschap: 'Meri' betekent 'de zee', de bron van alle leven. Lijkt veel op het Latijnse woord 'mare'. Mooie meisjesnaam dus!
In het Egyptisch is 'merti' het meervoud van 'meri'. Als dat merti weer in het Latijn wordt 'vervrouwelijkt' krijg je mertae (vrouwelijke woorduitgang). Is er mogelijk iets aan de hand met 'meri', 'maria', 'mertae' en 'martha'?
Opvallend is ook dat in het Johannes-evangelie door Jezus wordt beweerd dat Lazarus niet dood is maar slaapt. De hiërogliefentekst vermeldt:
'Dat is Osiris die niet dood is maar slaapt in ANU, de plaats van zijn rust, wachtend op de roep die hem uitnodigt te voorschijn te komen'. En in de tekst van de Har-Hetep, de 'verteller' (iets als de evangelist uit de passies van Bach) luidt het:
"Hij is Horus die is gekomen om Asar uit zijn slaap te wekken".
Als bovenstaande niet allemaal nonsens is, dan kun je vrijelijk en zonder schromelijke overdrijving stellen dat er nogal wat parallellen bestaan tussen de verrijzenisverhalen van Osiris en van Lazarus. Bestaat er een mogelijkheid dat Johannes zijn verhaal niet als waar gebeurde menselijke geschiedenis heeft bedoeld maar ook als mythe? Een mythe in de vorm van een levendige, tot in détails uitgewerkte, bijna science fiction achtige thriller met daarin zijn geloof in de overwinning van de geest over dood en graf?
En ieder kiest natuurlijk waarvoor hij kiezen wil.
* Is er voor jou geen bestaan na de dood? Dan heeft geen van beide verhalen je iets te zeggen.
* Is er voor jou wél een bestaan na de dood, dan zou je eens kunnen overwegen wat het beste te doen:
a) óf je in allerhande kronkels en bochten blijven wringen om tegen alle schijnbare redelijkheid in te bewijzen dat tóch alles echt 'wonderbaarlijk' is gebeurd zoals het in de evangeliën als letterlijk op te vatten historie staat beschreven
b) óf rigoureus stoppen met demythologiseren van de bijbelteksten en jezelf de kunst eigen maken van mythologiserend lezen. De bijbel niet
DE-mythologiseren, maar
RE-mythologiseren.
De Egyptenaren geloofden in de onsterfelijkheid van de menselijke ziel en in een geestelijk leven na de dood. Trouwens de hele Grieks-Romeinse wereld vóór onze jaartelling geloofde daarin. Uitzonderingen daar gelaten natuurlijk! Ook toegegeven: niet overal werd dat geloof in precies dezelfde beelden gegoten. Waarom zou dat moeten?
En het is hier - wat mij betreft - niet de vraag of ze toen 'gelijk' hadden of niet. Daarover ga ik dus niet in discussie.
Maar het wordt – in mijn ogen tenminste – de hoogste tijd dat we ophouden met te denken dat de bijbel wordt gemold, als hij niet letterlijk wordt verstaan. Dat van de mythe een menselijke geschiedenis maken is een truc geweest van de kerk uit de eerste eeuwen. Leverde veel 'simpele' aanhangers op, maar de 'ziel' van de boodschap was wel naar de Filistijnen! Vind ik dan. En sommige anderen vinden dat ook.
Groeten.
Fons.
* Als je niet gelooft dat ik Massey en anderen juist heb vertaald dan vind ik het best en tegelijkertijd dom. Maar... geloven staat vrij.
* Je kunt ook zelf die boeken kopen en lezen. Dan kun je het controleren.
* En als je die schrijvers niet gelooft, dan leer je hiërogliefen lezen en je gaat net als zij naar de monumenten, de musea en bibliotheken, waar de Egyptische teksten zijn te vinden.
* En als je die teksten niet gelooft, dan moet je in ieder geval toegeven dat ze bestaan. En dat is wat ik duidelijk wilde maken.
Dan hoef je in ieder geval niet aan te komen met wilde en loze kreten als:
1. de aangehaalde boeken zijn a) niet wetenschappelijk, b) marginaal en c) tendentieus;
2. het zijn géén baanbrekende inzichten;
3. het zijn geen serieuze geleerden en
4. wat zij beweren is niet actueel.
Aldus een verder niet bij name te noemen persoon, die zichzelf had laten overtuigen dat HIJ wél op de hoogte was.
En hierbij wil ik het liever laten. Dank voor de aandacht en voor je reactie, als je die hebt gegeven.
Groeten.
Fons.
Een theoloog die naar exactheid streeft, heeft de eerste stap gezet op de weg naar het atheïsme. Een agnost is geen naïeveling, maar iemand die god nauwkeurig 'kent', voor wie dus veel, zo niet alle gods'voorstellingen' hun betekenis hebben verloren.