Natuurlijke Selectie for dummies

Naarmate de tijd verstrijkt komen er steeds complexere levensvormen voor. Ongetwijfeld zal er ooit wel eens een neergaande lijn zijn geweest. Hoe is die toename te verklaren?
Plaats reactie
Determinist
Berichten: 193
Lid geworden op: 09-07-2010 18:36

Natuurlijke Selectie for dummies

Bericht door Determinist » 24-08-2010 15:56

Natuurlijke Selectie (NS) is een begrip welke vaak ter sprake komt in dit forum en algemeen binnen
discussies tussen "evolutionisten" en "creationisten".
Wikipedia schreef: Natuurlijke selectie is een mechanisme dat in de natuur evolutie veroorzaakt.
Natuurlijke selectie houdt in dat organismen die beter in hun omgeving passen, meer kans hebben
om te overleven en voor nakomelingen te zorgen dan minder goed aangepaste organismen.
Hierdoor zal het type van het best aangepaste organisme beter overleven en steeds
meer de overhand nemen in de populatie.

Dit mechanisme is dus de basis van de evolutie-theorie. Echter blijkt veelal dat mensen dit principe
niet begrijpen of niet kennen.
Als men aan de gemiddelde persoon zou vragen enkele theorieën te noemen die ze kennen dan zal vrijwel
iedereen er minstens twee kunnen opsommen: relativiteits-theorie van Einstein (met name e=mc2) en
de evolutie-theorie van Darwin.
Maar als je dan vraagt uit te leggen wat deze theorieën zeggen en hoe het globaal werkt, dan houdt de
kennis snel op.
Mijn eigen ervaring is dat wanneer ik zulke vragen stel, men wel de naam van de theorie kan noemen maar
niets over de inhoud kan vertellen.
Wat betreft evolutie-theorie weet men wel te noemen dat het leven, de soorten organismen op Aarde, zich
ontwikkeld heeft. Dat de mens ontstaan is uit de apen, is het geijkte voorbeeld.

Nog frappanter is dat wanneer je vraagt aan dezelfde personen of het leven zich daadwerkelijk volgens de theorie
heeft ontwikkeld het antwoord "Ja" is. Echter kunnen ze mij niet uitleggen hoe evolutie werkt.
De mensen die trouwens "Nee" zeggen hebben hetzelfde euvel. Ze hebben geen idee hoe evolutie volgens
de theorie werkt.
Beide antwoorden in deze gevallen, Ja of Nee, is vreemd. Hoe kan je antwoord geven op de vraag of iets
klopt als je de inhoud totaal niet kent of begrijpt?

Ik kom persoonlijk weinig mensen tegen die mij de inhoud van de evolutie-theorie kunnen beschrijven.


Als ik naar mijzelf kijk heb ik hetzelfde euvel gehad. Ik wist als kleine jongen van het bestaan van evolutie.
Ik keek naar documentaires op TV, ik leerde hoofdstukken in schoolboeken over dit onderwerp en groeide
op in een milieu waar iedereen uitging van "de ontwikkeling van het leven". Van aap naar mens, van vis naar amfibie.
Maar niemand snapte het. Ik ook niet.

De reden daarvoor ligt in het onderwijs en ook aan de manier van praten, de semantiek van de "uitleg".

De Nobelprijswinnaar Richard Feynman, één van de briljante wetenschappers van de vorige eeuw legt het
goed uit in enkele van zijn boeken. Hij doceerde op universiteiten en was ook eens recensent binnen
het team die in de USA de schoolboeken moest aanbevelen.
Mensen leren niet meer de principes, de daadwerkelijke inhoud, maar leren slechts begrippen.
Het toepassen van ideeën wordt niet geleerd. Het begrip van een idee wordt erin gestampt zonder de
daadwerkelijke inhoud te snappen. Hij was gechoqueerd om te zien dat er op bepaalde universiteiten mensen
met goede cijfers afstuderen, alle vaktermen en begrippen zonder meer kunnen opdreunen, maar de principes
niet kunnen toepassen of integreren in het werkelijke leven.
You can know the name of a bird in all the languages of the world, but when you're finished, you'll know
absolutely nothing whatever about the bird... So let's look at the bird and see what it's doing.
That's what counts. I learned very early the difference between knowing the name of something and knowing something.
I don't know what's the matter with people: they don't learn by understanding, they learn by some other
way;by rote or something. Their knowledge is so fragile!

Ikzelf kreeg bewust de vraag opborrelen toen ik ooit las
De vissen ontwikkelden poten waarmee ze uit het water konden komen...
De vissen ontwikkelden poten? Hoe kan dat nou, dacht ik.

Ik zag het helemaal voor mij, een vis in een bijna opgedroogde poel met man en macht zijn "adem" in te
houden en zo nu en dan met moeite de kant op te kruipen en de vinnen zodanig te "trainen" dat het kruipen
steeds beter ging. Tot uiteindelijk de vis poten ontwikkelde.
Of het beest al staande op een rots een snoekduik maken en als een bezetene zijn poten op en neer te wapperen
om maar te kunnen vliegen.
Ik dacht dat deze beestjes bewust hun nieuwe mogelijkheden trainden om het doel te bereiken, elke keer
een stapje verder en wat aangeleerd was doorgaf aan de kindertjes die vader maar na moesten doen.
Een soort letterlijke bodybuilder.

Daar klopt geen moer van, dacht ik. Maar ik las het overal en leerde evolutie kennen en het zou toch boven mijn
pet zijn.

Niet alleen dat het principe van de evolutie-theorie niet werd uitgelegd was hier debet aan, ook de semantiek
hielp niet echt. Net zoals we zeggen "De zon komt op". Nou, we weten allemaal dat de Zon niet opkomt, maar
dat de Aarde draait. Dat snappen we wel. Echter dat de vis zijn poten ontwikkelde is lastiger, daar moet je
het achterliggende principe voor begrijpen wil je de onderliggende betekenis van de zin doorzien.

Pas nadat ik zelf ben gaan lezen over evolutie en de daadwerkelijke principes die hier ten grondslag liggen
ontdekte ik de logica. Het eerdere beeld over de ontwikkeling werd vervangen door een simpel doch totaal ander concept.


Nu ben ik zelf vader van een zoontje van 6 jaar. Net op de lagere school, klas 1 (groep 3 heet dat tegenwoordig).
Zo langzamerhand krijg ik lastige vragen te verduren, waar hij nog te klein voor is maar waar zijn
interesse al voor opgewekt is en het wil weten.
Evolutie, dat is geen stof voor een dergelijk jongetje van deze leeftijd. Dat komt wel eens.
Maar het brengt mij wel aan het denken hoe je iemand, onbekend met evolutie, het principe goed kan uitleggen.

Ze zult wellicht denken: maar dat is indoctrinatie. Het sturen van een keuze voor het ene of andere.
Maar dat is niet het geval. Ik wil graag dat men de inhoud van evolutie begrijpt. Het mechanisme die
wordt voorgesteld in de theorie.
Zie het als uitleg wat een UFO is. Ik kan verschillende mogelijke vormen van UFO's beschrijven, zelfs
foto's laten zien en de geschiedenis uit de doeken doen over het ontstaan van dit begrip.
Zodanig dat de persoon weet wat het begrip UFO inhoudt. Wat de persoon daarmee doet is eigen zaak.
Je kan het geloven, aannemen dat ze bestaan of niet. Maar je hebt wel de kennis over het fenomeen.

Zo mag je evolutie verwerpen, het als onwaar betitelen. Maar men moet wel begrijpen wat de theorie zegt.
Je moet kunnen herkennen wat anderen over evolutie zeggen waar of onwaar is.
Er worden namelijk erg veel onwaarheden over evolutie de wereld in geholpen.
Dit kan twee redenen hebben

1) Diegene die de opmerking over evolutie plaatst is zelf niet bekend met de daadwerkelijke
werking van de principes binnen de theorie. Zoals ik zelf vroeger ook naar evolutie keek.
2) Diegene weet van de slechte kennis over evolutie van het publiek en misbruikt dit door de principes
incorrect weer te geven en dit dan als bewijs voor het incorrect zijn van evolutie aan te dikken.
Dus eigenlijk het jongetje die ik was en mijn gevoel "maar dat klopt toch niet" daarin bewust te bevestigen.

Of je nu "crea" of "evo" bent, je mag best een foutieve opmerking van het eigen kamp herkennen en aangeven
dat dit geen geldig argument is.

Maar uiteraard geldt dit ook voor evolutionisten in het "crea vs evo" debat.
Je moet wel kennis hebben over de daadwerkelijke inhoud van het andere kamp.
Ken dus Genesis, ken de andere creatie verhalen en verdiep je in de inhoud.

Ik wil twee voorbeelden aanhalen om dit te verduidelijken.

Evo: Maar dat kan toch niet, dat God alles in 1 dag heeft geschapen?
Crea: Nee, God heeft het in 6 dagen geschapen, lees het nog eens goed.
Evo: Onzin. In 1 dagje.

Crea: Evolutie is onzin: een Boeing 747 kan toch ook niet met 1 storm in elkaar gezet worden. De kans
is zo klein
Evo: Dat klopt, maar dat zegt evolutie niet. Lees maar eens goed.
Crea: Onzin. 1 op de ontelbaar ontelbaar is onwaarschijnlijk. Dus onzin.

De bovenstaande conversaties zijn doorspekt van onkennis. Maar dit zijn (gechargeerde) voorbeelden die wel
daadwerkelijk de ronde gaan.

Het is dus van belang om te snappen waar het over gaat en de bogus-bogus te herkennen.


Nu heb ik dus nagedacht om het principe van evolutie uit te leggen aan een leek.
Ik heb het volgende bedacht, als intro in evolutie. Uiteraard is dit een simpele manier van uitleg.
Er valt meer te vertellen en dieper op de zaken in te gaan. Maar het gaat mij niet om dat alles
begrepen wordt, maar alleen de basis van evolutie. In dit geval is dat Natuurlijke Selectie (NS).


Pebble Island.
(Kiezel Eiland)

Stel je voor, een mooi eiland, ergens ver weg. Daar is een afgelegen strand, breed en langgerekt.
Achter het strand, vlak na de dunne rand met bomen, zijn dorpen gebouwd.
De zee spoelt al tijden lang kiezels aan op het strand. Mooie ronde kiezels, van groot naar klein.
De kiezels hebben allemaal een kleur van wit naar zwart en verschillende grijsschakeringen tussenin.

Dorpelingen lopen graag elke dag een paar keer over het strand, genietend van de Zon en de kleurenpracht
van de kiezels. Het strand is een chaos van grijstinten.

Op een dag loopt een dorpeling over het strand en krijgt een geweldig idee.
Hij neemt voortaan bij elke wandeling een emmertje mee en zoekt alleen maar witte kiezels, deze gaan in de emmer
mee naar huis waar de dorpeling steentje voor steentje de muur beplakt met de kiezels.

De buurman ziet het een tijdje aan en vind het een prachtig idee. Die kiezels geven het huis een mooi uiterlijk.
Heel anders dan de saaie houten balken en bruine bakstenen. Hij besluit om ook zijn huis te versieren en
neemt op zijn tripjes naar het strand tevens een emmer met witte kiezels mee terug.

De bewoners van straat waar de twee huisjes staan krijgen allemaal ook de rage te pakken. Oh, wat zou
het mooi zijn als onze straat compleet wit beplakt is. De mooiste straat van het dorp.
En nu nemen ook die bewoners elke dag stenen mee terug.

Je begrijpt het al, de andere straten kunnen het niet meer onderdrukken en moeten meedoen.
Hele drommen mensen verspreid over de dag lopen al zoekende over het strand en pakken de meest witte
kiezels op.

Na loop van tijd wordt het steeds lastiger om mooie witte kiezels te vinden. Eerst lagen ze er voor het oprapen, maar
er zijn zoveel liefhebbers voor witte kiezels dat deze schaars worden. Het aandeel wit op het strand
loopt terug en vanaf een afstandje is de gemiddelde kleur grijzer geworden.

Het is een sport geworden om zo wit mogelijke kiezels te vinden. Het geeft de dorpelingen een soort
onderlinge competitie wie de mooiste witte steen vindt. Op de lokale markt worden ze verkocht. Hoe witter
hoe duurder en een ruilhandel komt op gang. Eén witte kiezel voor 3 iets minder witte.

Zo gaat het een tijd lang door. De huizen in het dorp worden langzamerhand beplakt, maar de dorpelingen
moeten vaker en vaker genoegen nemen met iets minder witte kiezels. Op het strand lijken die witte kiezels
de witste, maar geplakt naast een echt witte kiezel is het verschil wel duidelijk zichtbaar.

Nagenoeg wordt het strand steeds grijzer. Witte kiezels komen slechts sporadisch voor, maar de dorpelingen
gaan onverstoord door. De schuren moeten ook beplakt en uiteraard het hekwerk ook.


Op een dag komt er een dorpeling van de andere kant van het eiland stiekem op het bewuste strand.
Het dorp aan het strand heeft een felle vete met het dorp aan de andere kant en het zou zelfmoord
zijn om je gezicht te laten zien vlak bij het andere dorp. De dorpen leefden al jaren gescheiden van elkaar
en hebben nooit meer contact.
De man loopt het strand op en kijkt verbaast rond zich heen. Een grijs strand, totaal anders dan hun
eigen strand bij het dorp. Wat raar? Er liggen alleen zwarte en donker grijze kiezels, hebben ze hier geen witte dan?

De man gaat snel terug naar zijn eigen dorp en meldt dit bij de dorpsoudste.
Ze probeerden te bedenken waarom het strand aan de andere kant zo donker was. Het is een klein eiland
en de zee geeft toch aan beide kanten dezelfde kiezels?


Nu springen we even uit het verhaal om het te analyseren.
Wat is hier gebeurd?

De mensen van het dorp pakken specifiek de wit(achtige) kiezels van het strand. De zwarte en donkere kleuren
blijven liggen. Het aantal witte wordt dus relatief kleiner na gelang de tijd verstrijkt.
Het pakken van een witte kiezel is het "selecteren" van de witte kiezel. De dorpeling "selecteert" uit de
mogelijke kiezels 1 specifieke. De anderen worden ongemoeid gelaten.
Het proces van het wegnemen van deze kiezels is "selectie".

Het selectie mechanisme !

Nu, wat kunnen we roepen over dit mechanisme.
Allereerst, het is duidelijk dat het mechanisme zelf de kleur van de stenen niet aanpast.
Het is niet zo dat een steen "uit zich zelf" van wit naar grijs veranderd. De witte steen op het strand
blijft wit en de zwarte blijft zwart. Maar toch, gemiddeld gezien over het gehele strand, een vogelvlucht foto
laat een steeds grijzer strand zien.
De zwarte kiezel heeft meer kans om te blijven liggen dan de witte. Hoe meer selectiedruk er op dat strand
gezet wordt (meer mensen pakken vaker lichte kiezels) hoe meer kans een witte kiezel heeft om opgepakt te worden.
Het is logisch dat daarmee het strand van kleur veranderd. Een simpel mechanisme.

Zit er een doel in het mechanisme?
Laten we proberen dit te ontdekken. Is het doel dat het strand grijzer wordt?
Nee zou je zeggen. Het is een gevolg van de selectie, maar geen doel. Het doel is het gebruik van de witte
stenen door de dorpelingen, maar hadden niet de bewuste intentie om het strand grijzer te maken.

Heeft het mechanisme de stenen aangepast op het strand? Heeft het de stenen grijzer gemaakt?
Nou de individuele stenen niet. Dat is logisch. Door het wegnemen van een witte steen maak je de andere steen niet grijzer.
En de steen weet ook helemaal niet dat er een selectie op wit is. Het is niet zo dat de steen "denkt" dat deze
maar beter wat grijzer moet worden anders eindigt deze als versiering op een huisje.
Maar wat kan je zeggen over het strand in het geheel? Deze is wel degelijk gemiddeld gezien grijzer geworden.
Als de individuele kiezel niet zelf grijzer wordt hoe kan de populatie van kiezels op het strand dan wel grijzer worden?
Omdat het aandeel wit van de populatie kleiner wordt en daarmee relatief gezien meer grijze/zwarte stenen overblijven.

Het resultaat over de populatie is aanpassing in kleur. Het geheel wordt grijzer/donkerder.

Een simpel mechanisme die in dit voorbeeld duidelijk en logisch te beredeneren valt.
Betreft het trouwens een positieve of negatieve selectie?
Spreek je over dat witachtige kiezels geselecteerd worden (om opgepakt te worden) of dat zwartachtige
kiezels geselecteerd worden om te blijven liggen?
Kwestie van hoe je ernaar kijkt. Afhankelijk van de reden tot selectie kan je een keuze maken.
De dorpelingen hadden ook een selectie kunnen kiezen om witte kiezels spuuglelijk te vinden en de zwarte
heel mooi. Maar door het selecteren van de ene voor het positieve selecteer je de andere automatisch
naar het negatieve en andersom. De witte kiezel heeft geluk om aan een huis geplakt te zitten en de zwarte
kiezel heeft het geluk om lekker op het strand te kunnen blijven liggen.

Ok, dat het resultaat van de selectie een gevolg heeft voor de populatie is duidelijk.
En om te laten zien dat eenzelfde selectie op andere uitgangspunten tot een ander resultaat kan leiden vervolgen
we het verhaal.


De man uit het andere dorp heeft het besproken en krijgt de opdracht om uit te zoeken wat er aan de hand is.
Na een stiekem bezoek aan het andere dorp als kwakzalver ontdekt deze dat alle huizen beplakt zijn met wit(achtig)
geschakeerde steentjes. Hij is verbluft. Een prachtig gezicht en een geweldig idee.
Hij snapt nu de reden van het donkere strand en gaat terug om dat te melden.
De dorpsoudste is razend dat het andere dorp dit idee heeft verzonnen en wil iets doen.
Hij geeft de opdracht aan alle dorpelingen om voortaan elke dag tijdens hun wandelingen over hun eigen strand
kiezels mee te nemen en de huizen te beplakken. Maar dan wel geen witte, maar zo zwart mogelijk.
Zij willen een zwart dorp !

En zo geschiede. Jarenlang worden van dat strand de zwarte en iets minder zwarte kiezels opgepakt en
als versiering gebruikt. En ook daar gebeurde in principe hetzelfde, maar het strand werd hier steeds lichter en lichter.
Witte kiezels bleven liggen en de zwarte waren snel weg.

Na jaren en jaren vloog er op een dag een vliegtuig over het eiland en de inzittenden keken naar beneden
en konden het gehele eiland zien. Het vreemde wat ze opmerkten was dat aan de ene kant van het eiland
het strand een hele lichte kleur had en aan de andere kant een hele donkere. Een duidelijk verschil.
Men vroeg zich daarboven af wat de reden daarvoor was. Was er wellicht een olie boorplatform aan de ene kant van het eiland vergaan
zodat er olie alleen aan die kant aangespoeld was?

Wij weten de echte reden nu.


Je zult denken, ach dit is slechts een verhaaltje over een eilandje met stenen en dorpelingen.
Maar het is een illustratie over selectie. Een uitleg hoe het mechanisme werkt dat het strand van kleur
veranderd. Dit mechanisme is exact gelijk aan die in evolutie.

Je kan in dit verhaal spreken over "de evolutie van het strand" volgens het selectiemechanisme van de dorpelingen.


Het is onmogelijk dat het strand vanzelf een andere kleur krijgt als de aanvoer van stenen gelijk blijft en dat er
niet specifieke kleuren worden geselecteerd. De kans dat een storm in een bepaalde tijd ervoor zorgt dat er
alleen maar lichte of donkere stenen aanspoelen zodat het strand lichter of donkerder wordt is onmetelijk klein.
Astronomisch klein. Zonder selectie en met constante aanvoer blijft het strand een chaos van grijstinten en
zal deze kleur behouden. De gemiddelde kleur wordt niet aangepast.

Als iemand bij dit voorbeeld deze opmerking zou maken:

"De kans dat het strand een erge donkere kleur krijgt met selectie is zodanig klein, dat het te vergelijken
is met het in elkaar vallen van een Boeing 747 in een mega storm"

Die heeft het principe dus niet begrepen en zal het verhaal nogmaals goed moeten lezen.


Ok verder.

Tot hier ging het over stenen en dorpelingen. Niet echt te vergelijken met het echte leven.
Stenen leven niet, ze planten zich niet voort en de dorpelingen hebben wel een hele aparte selectie.
De echte wereld is vele malen gecompliceerder.
Klopt. Maar het mechanisme van selectie blijft gelijk. Exact identiek. Alleen het onderwerp wat geselecteerd
en niet geselecteerd wordt is anders.

Maar laten we dan een stapje verder gaan. We houden nog even onze mooie kiezels in het verhaal.

Op het strand liggen dus witte, zwarte en grijsgetinte kiezels.
Wat wil nu het feit. Als een kiezel op het strand ligt te bakken in de zon wordt deze heel heet.
En wel zo heet dat deze na X aantal uren spontaan barst. De steen breekt in tweeën.
Echter als deze stukken ook lang blijven liggen breken ook deze helften in tweeën.

Nu, zie het strand voor je en het verhaal zich afspelen. Wat gebeurt er nu?
Het aantal donkere stenen neemt sneller toe dan de witte in de eerdere variant van het verhaal.
Zwarte stenen blijven langer liggen en hebben meer kans om te breken dan witte in het totaal.

Als je uitgangspunt is het aantal stenen (grootte is onbelangrijk) dan heeft het effect van breken
van de stenen een versnellend effect op het aantal stenen in de populatie bij de selectie.
Het aandeel zwarte/donkere stenen neemt relatief sneller toe.

Hoe komt dat?
Ook weer logisch. Een zwarte steen heeft meer kans om te blijven liggen en dus meer kans/tijd om
successief in stukken te breken en daarmee van 1 zwarte steen naar meerdere zwarte stenen over te gaan.
Witte/lichte stenen worden sneller opgepakt dus heeft minder tijd om te breken.


Maar nog steeds is dit een verhaaltje over stenen.


Laten we weer een stapje verder gaan.
Stel het strand heeft geen stenen, maar een prachtig zandstrand.
En in dat zand leven erg veel kleine diertjes. Daar zijn de eiland kevers dol op.
Dus elke dag trekken hordes kevers naar het strand vanuit de omringende bomen en zitten op 1 plek
in het zand en vreten zich vol. Echter hebben de kevers verschillende kleuren rugschild.
Er zijn zwarte kevers en witte en grijstinten daar tussenin.

Zie het voor je. Een strand vol met deze kevers.
En beeld je in dat de dorpelingen dol zijn op witte kevers.
Zwarte kevers zien er onsmakelijk uit, maar de witte zijn het beste.

Speel het verhaal nogmaals af en zie wat er gebeurd.

Geen verschil met de stenen. De witte worden opgepakt en de zwarte blijven zitten.
De populatie op het strand wordt naargelang steeds donkerder van kleur.
Niet dat de kever zich donkerder maakt. Deze weet niets van de selectie af.
Net als de zwarte steen.

En vervang nu de dorpelingen eens door vogels. Niet dat het uitmaakt. Diegene die de selectie uitvoert
kan van alles zijn. Maar het gekke is, zodra mensen en niet levende voorwerpen in voorbeelden gebruikt
worden lijkt het alsof het "anders" is dan als men wel levende (niet mensen) voorbeelden gebruikt.
Echter kan je zelf concluderen dat het selectieproces exact gelijk is en dat het resultaat gelijk is.

Zo, nu wat meer dynamiek erin.
De kevers zijn levende dieren en planten zich voort.
De baby kevers lijken op de ouders. Als deze zwart zijn, dan is de kans groot dat de baby's dat ook zijn.
Zoals bij de zwarte steen, die in tweeën breekt na X tijd, hebben de twee helften van de zwarte steen dezelfde kleur.
Maar het geval wil dat bij de kevers dit niet helemaal geldt. De baby's lijken wel erg op de ouder, maar er zitten wel
hier en daar verschillen in. De ene is wat groter dan de andere en de ander is weer wat lichter of donkerder van kleur.
De brokstukken van de steen zijn qua kleur identiek. Echter de baby kever is niet 100% identiek.

Wat nu?
Nou zie het strand weer voor je.
Dezelfde selectie, de zwarte objecten hebben meer kans om te blijven zitten en het aandeel zwart gaat omhoog
in de populatie.
Geen verschil. Het eerste simpele stenen voorbeeld is ook hier actief.

Echter

We hebben gezien dat bij de zwarte stenen die in stukken brak, dat het aantal van de stenen relatief gezien
veel sneller groter wordt dan in het voorbeeld waar de stenen heel blijven is dat hier ook zo.
Maar er zit nu meer dynamiek in. De witachtige kever heeft op zich wel minder kans om te blijven liggen, maar
omdat de baby kever iets grijzer kan zijn dan de ouder heeft deze nieuwe baby kever wat meer kans gekregen om
te blijven liggen vergeleken met de ouder. Een witte wordt eerder gepakt dan een iets grijzere.
En aangezien die iets grijzere meer kans heeft, dus meer baby's kan krijgen zullen die opvolgende baby's ook meer kans
hebben. Maar ook daar kan een nieuwe baby net weer wat grijzer zijn en weer wat meer kans hebben.

Stel je de stenen maar weer voor.
Stel de stenen breken en de brokstukken hebben niet exact dezelfde kleur als de oorspronkelijke steen.
Nee, de brokstukken kunnen net wat verschillen. Je zult nu duidelijk zien dat witte stenen die breken meer kans hebben
wanneer ze wat grijzer zijn.

Wat heeft dit tot gevolg?
Nogmaals een versnelling in verandering van de populatie.
De niet-brekende steen in het voorbeeld is de langzaamste om het strand grijzer te maken in dit selectieproces.
De brekende steen waarbij de brokstukken gelijk van kleur zijn zullen het aantal donkere stenen versneld doen toenemen.
De brekende steen waarbij de brokstukken ongelijk van kleur zijn, maar wel erg lijkend op de oorspronkelijke laat het nogmaals toenemen.

Je ziet dat het effect sterker wordt in de voorbeelden.

En dat is de kracht van selectie op een systeem welke voortplanting (deling) kent waarbij er mutatie aanwezig is.
Een drijvende kracht.

Op naar de biologische evolutie en (natuurlijke) selectie.
Het principe is gelijk. Het leven kent voortplanting met mutatie.
Het effect is NS op dit systeem heeft een verandering tot gevolg. Net als het strand wordt door NS
het leven veranderd. Het voegt zelf niets toe, maar het effect is verandering.

De vraag kan opkomen dat het slechts kleur betreft.
Maar verzin in het stenen voorbeeld andere (wellicht onlogische) eigenschappen van de stenen.
De vorm, de grootte, de hardheid, de zuiverheid etc etc en zet daar een selectiemechanisme tegenaan.
Je zult zien dat je de stenen op het strand in je gedachten kan veranderen naar gelang.
Zet er niet 1 maar meerdere selecties tegelijkertijd op. Je kan het zo moeilijk maken als je wilt.
Laat de dorpelingen de vogels eten en de vogels de kevers en de kevers de parasieten in het zand.
Gooi er eens een storm tegenaan en laat te bomen omvallen.
Laat het andere dorp de ene aanvallen het vernietigen zodat een selectieproces ophoudt.

De omgeving waar het leven zich afspeelt is zodanig complex dat het ene met het andere afhankelijk is.
Ontelbare onderwerpen waar ontelbare selecties van toepassing zijn.

Verandering tot gevolg.

carel
Berichten: 1569
Lid geworden op: 15-07-2010 10:40

Bericht door carel » 26-08-2010 13:47

Hi Determinist,

Dit is zo'n post waar ik wat tijd voor nodig heb om hem echt te doorgronden. Je hebt je al eerder als filosofisch sterk laten kennen en dat geldt zeker ook weer voor deze post.

Je noemt het 'NS voor dummies', een begrijpelijke term. Ik denk dat je zeker een aantal mensen hiermee kunt laten zien hoe iets als NS werkt. En dat je heel snel geneigd bent om verkeerde conclusies te trekken, zoals 'het strand heeft de neiging om donkerder te worden'. Het blijkt heel moeilijk te zijn om complexe processen die zich in de tijd afspelen, zoals NS, ook als ze heel simpel worden voorgesteld, los te zien van of ze wel of geen doel hebben. Mensen hebben snel de neiging om ergens 'doelen' of 'betekenis' achter te zoeken. Ik vergelijk het wel eens met fractalwiskunde. De wiskunde op zich is niet complex, net zoals NS in de basis ook niet complex is, maar het eindresultaat, op basis van eindeloze iteraties/herhalingen/generaties is wel degelijk complex en ook daar zien sommigen er 'doelen' en 'betekenissen' in.

Minstens zo essentieel acht ik het eerste stuk van je post. Mensen leren 'de oppervlakte' in hun studie kennen, en als ze dan een paar termen kennen denken ze dat ze weten waar het over gaat. Voor een deel zal dat wel te maken hebben met het gegeven dat er een informatie-overvloed is en mensen zich de tijd niet gunnen cq de tijd niet hebben om dieper op de dingen in te gaan. Voor mij ligt daar het verschil tussen 'kennis' en 'inzicht'. Met kennis kun je niet zoveel doen, om dat wel te kunnen heb je allerlei extra dingen nodig, zoals de vaardigheid om de begrippen te kunnen hanteren en het vermogen om de verworven kennis te interpreteren en toe te passen. Deze twee dingen, vaardigheid en vermogen tot beschouw ik als essentiele bouwstenen voor inzicht.

Nog een aspect is bijvoorbeeld dat je 150 jaar geleden de 'hele' evolutietheorie kon kennen, terwijl dat nu volsagen onmogelijk is. Hetzelfde geldt voor zowat alle wetenschap, natuurkunde of scheikunde, genetica of biologie, elke wetenschap op zich is veel te groot en te diep om te kunnen bevatten. Een studie daarover zal mede daarom vaak te veel begrippen en kengebieden behandelen, waarmee het nauwelijks nog mogelijk is om voldoende tijd te besteden aan het noodzakelijke inzicht. Kennis kun je snel overdragen, inzicht niet.

Je kunt de evolutietheorie pas uitleggen als je inzicht hebt. Jij laat met deze post in mijn ogen zien dat je dat hebt.
groet
Carel

Er zijn twee oneindigheden, het universum en de menselijke domheid. maar van het eerste ben ik niet helemaal zeker. Albert Einstein. :wink:

Eelco
Berichten: 147
Lid geworden op: 19-07-2010 14:00

Bericht door Eelco » 03-11-2010 11:34

Mooi stuk, Determinist !

Plaats reactie