Bhagwan-verhaal

Korte verhalen, anecdotes, columns.
Plaats reactie
FonsV
Berichten: 807
Lid geworden op: 20-07-2010 14:31

Bhagwan-verhaal

Bericht door FonsV » 16-12-2010 16:08

Een wat mij betreft vrijblijvend verhaal van Bhagwan. Zijn bedoeling lijkt me duidelijk. Of je het ermee eens bent is all up to you. ;)

Er staat een mooi verhaal in de Gebroeders Karamazov van Dostojewski. Na achttienhonderd jaar dacht Jezus: 'Nu moet ik de aarde opnieuw gaan bezoeken, want na achttienhonderd jaar christendom is de aarde misschien gereed om mij te ontvangen. Nu zullen ze me niet verwerpen, zoals vroeger, want toen was er geen enkele christen, ik was een vreemdeling. Nu is de halve wereld christen; miljoenen kerken en priesters preken voortdurend Jezus' woord. Nu ga ik om ontvangen te worden, verwelkomd, alle deuren zullen voor me open gaan - het was niet de juiste tijd.'

Hij kwam terug, natuurlijk op een zondagmorgen, omdat het op andere dagen van de week moeilijk is te zien wie christen is en wie niet. Dat is onmogelijk, iedereen is hetzelfde. Maar op zondag kun je zien wie een christen is, religie is een zaak van de zondag. Ze heeft niets met het leven te maken, het is een ritueel dat gevolgd moet worden, een formaliteit die moet worden vervuld - zonder ook maar iets van het hart. En hij kwam bij zijn dorp, waar hij achttienhonderd jaar geleden ook gekomen was, Bethlehem. Hij stond op het marktplein, wat bezorgd omdat de mensen naar hem keken en niemand hem herkende, en ze gingen een kerk binnen en kwamen weer naar buiten. En toen verzamelde een aantal mensen zich om hem heen en ze begonnen hem te vertellen: 'Je ziet er net uit als Jezus - je hebt het goed gespeeld, je bent een goed toneelspeler.

Jezus zei: 'Ik ben geen toneelspeler. Ik ben de echte Jezus.'

Ze begonnen te lachen en zeiden: 'Als je de echte Jezus bent, vlucht dan voordat de priester naar buiten komt. Anders kom je ongetwijfeld in moeilijkheden.' Toen begonnen kleine kwajongens met stenen te gooien en de mensen begonnen te lachen: 'De echte Jezus is gekomen, de koning der joden. Dit is de man die ze hebben gekruisigd, hij is opgestaan.'
En ze maakten grappen en lachten, en Jezus was zeer ontdaan, want dit was toch zijn eigen volk; het waren geen joden meer, het waren christenen; ze volgden hem, en zelfs zij herkenden hem niet. Maar hij wachtte, vol hoop: 'De priester zal me in ieder geval herkennen. Dit zijn misschien dwaze, onwetende mensen - maar de priester weet.'

En toen kwam de priester. De mensen hielden op met lachen, uit respekt voor de priester. Ze maakten ruimte voor hem, de menigte stelde hem in staat naderbij te komen, ze bogen in diep respekt. Jezus lachte in zijn hart: 'Ze hebben niet voor mij gebogen, ze hebben me geen enkel respekt betoond, maar ze eerbiedigen de priester. Dat is in ieder geval een goed teken, want het is mijn priester. Door hem zullen ze mij herkennen. Ze herkennen mij door hem, niet rechtstreeks, omdat ze blind zijn en niet kunnen zien.' En toen keek de priester hem aan en zei: 'Kom hier, bandiet. Wat denk je dat je aan 't doen bent? Onze God beledigen ?'

Jezus zei: 'Herken je me niet ?'

De priester pakte hem bij zijn kraag en zei: 'Ik herken je heel goed. Kom, volg me.' Hij nam hem mee de kerk in en sloot hem op in een cel. Jezus was verbijsterd: 'Wat gaat er gebeuren? Zal mijn eigen volk me opnieuw kruisigen?'
En toen 's nachts, kwam de priester met een kleine kaars in zijn hand en ontsloot de deur. Hij deed de deur van binnen op slot, boog diep, raakte de voeten van Jezus aan en zei: 'Ik herken u wel. Maar niet op het marktplein, niet in aanwezigheid van de kerkgangers, want u bent van oudsher een onruststoker. We hebben alles goed voor elkaar gekregen, maar u zult het in de war sturen. Nu loopt alles glad, het christendom is gevestigd; we hebben de halve wereld bekeerd, de andere helft zal vroeg of laat ook bekeerd worden. U moet hier wachten, u hoeft niet te komen. We doen het heel goed - u zou als u hier was niemand kunnen bekeren we hebben het goed voor elkaar gekregen, u moest ons dankbaar zijn.

En we kunnen u herkennen, als er niemand in de buurt is, maar niet als er anderen bij zijn, want u bent anti-priesters, anti-kerken, anti-establishment. En als u aandringt zullen we u weer moeten kruisigen. We kunnen u vereren als u er niet bent, want dat brengt niemand in de war. Alles loopt goed - kijk eens hoe goed we het gedaan hebben. De halve wereld bekeerd, miljoenen kerken en priesters die uw woord prediken. U moest tevreden zijn. Vlucht dus onmiddellijk hier vandaan en kom niet meer terug. Wat u ook wenst te doen, wij zijn uw vertegenwoordigers hier en u kunt het via ons doen. We kunnen niet toestaan dat u zich tussen het volk beweegt. U bent gevaarlijk.'

Die priester vertelt een van de fundamentele waarheden: dat een priester niet religieus kan zijn. Hij is misschien een priester van Boeddha, maar hij is tegen Boeddha. Hij werkt voor hem, of lijkt voor hem te werken. Maar als Boeddha komt staat hij tussen jou en Boeddha en hij laat je niet binnenkomen, want een Boeddha, een Jezus is altijd een opstandige, nooit een conformist. Hij kan een revolutie doen ontstaan, maar hij kan geen establishment scheppen.
Een theoloog die naar exactheid streeft, heeft de eerste stap gezet op de weg naar het atheïsme. Een agnost is geen naïeveling, maar iemand die god nauwkeurig 'kent', voor wie dus veel, zo niet alle gods'voorstellingen' hun betekenis hebben verloren.

Plaats reactie