Proeve van Bijbelexegese
Weer een langer stuk!
Als de orthodoxe theologie geshockeerd wordt door de ontdekking dat de 'oude heidense culturen' reeds over 'bovenmenselijke' wijsheid beschikten, dan is de orthodoxe theologie maar geshockeerd. Feiten zijn feiten. Wanneer is menselijke wijsheid trouwens bovenmenselijk?
De bibliotheek van Alexandrië is in vlammen opgegaan en daarmee gingen ruim 700.000 boeken verloren over sterrenkunde, geneeskunde, rechten, wiskunde, natuurkunde, geschiedenis en wat nog meer aan een universiteit wordt onderwezen. Verder hebben we geschriften, kunstuitingen en bouwwerken aangetroffen waarvan we – trots op onze eigen wetenschappelijke verworvenheden – onszelf verbaasd afvragen: 'Waar haalden die primitieven die kennis en vaardigheden vandaan? Hoe hebben die primitieven dat zonder onze moderne hulpmiddelen kunnen ontdekken, weten, onder woorden brengen en uitvoeren'?
Hoe primitief waren die primitieven eigenlijk?
Een ander verschijnsel: bij nagenoeg alle levende wezens worden de nieuwelingen (de kinderen of de jongen) grootgebracht door hun ouders. Het kind of jong hoeft niet zelf alles te ontdekken of uit te vinden. Zo kent het mensdom-in-zijn-geheel de zogenaamde 'wijzen' of 'ouden' die, steunend op hun levenswijsheid, levenslessen gaven, richtlijnen voor een volwaardig leven binnen de mensengemeenschap. En alle tijden door en in alle culturen zijn er van die wijzen geweest.
En in verwondering over en bewondering voor het ondoorgrondelijke en niet te definiëren mysterie van het mens-zijn, kwamen die lessen doorgaans in de vorm van 'mythen'. En een mythe is dan het verhaal over een voorbeeld, een 'held', een 'super'mens, iemand uit een andere wereld, hoger dan de menselijke wereld. Je mag ze 'helden' noemen, 'goden' of 'halfgoden' of 'geesten' of 'krachten'. Wat maakt dat uit?
Of iedereen de mythe als bestaande werkelijkheid, als echt gebeurd zag? Een groot aantal simpele zielen allicht wel. Of de 'scheppers' van de mythe dat ook deden? De geleerden zijn het hier niet over eens.
De wereldliteratuur kent een lijst met over de 80 van die 'helden'. En die helden vertonen – hoe zou dát nu weer komen? - doorgaans veel dezelfde karakteristieken: zij worden 'wonderbaarlijk geboren', op het noordelijk halfrond bij voorkeur tijdens de winterse zonnewende = rond Kerstmis; zij mengen zich onder de mensen; zij hebben schier bovenmenselijke opdrachten te volbrengen; zij ondergaan het lijden en andere narigheid die in ieder mensenleven voorkomt; een groot aantal van die helden komt – vaak gewelddadig – aan zijn einde, maar staat weer op en bereikt uiteindelijk de overwinning.
Namen van die helden? Om er een paar te noemen: Dionysius, Osiris, Sabazius, Tammuz, Adonis, Atys, Orpheus, Mithras, Zoroaster, Krishna, Bala-Rama, Vyasa, Boeddha, Hercules, Sargon, Serapis, Horus, Marduk, Izdubar, Witoba, Apollonius van Tyana, Yeshu ben Padera en zelfs Plato en Pythagoras.
Wij moeten de mythische heldenverhalen niet letterlijk lezen en voor waar gebeurd aannemen, want ze zijn feitelijk een allegorie of de beschrijving van bepaalde belangrijke geestelijke gebeurtenissen. De gelijkenissen verwijzen zeer beslist naar bepaalde fundamentele leringen. Zoals de inwijdingscyclus, waar het individuele mensen betrof, eenvoudig als een kopie werd gezien van het eeuwen oude kosmisch bestaan, zo zijn de mythen in hun symbolische allegorische vorm en in hun beeldspraak, een beschrijving van hoe de kosmische geest in de materie van het lichamelijke bestaat.
En dan doen wij aan bijbelstudie en leggen de bijbel met de bijbel uit of proberen de bijbel met de bijbel in overeenstemming te brengen. Daarbij wordt altijd geroepen, zeker als er 'tegenspraken', 'historische onwaarheden' en dergelijke worden ontdekt, dat je 'in de context moet lezen'. In welke context? In de context van alleen de bijbel? Of moeten we denken aan de context die voorwerp van studie is bij de
vergelijkende godsdienstwetenschap, de
vergelijkende mythologiestudie, de
vergelijkende taalwetenschap, de
vergelijkende cultuurwetenschap en soortgelijke brede kaders? Of gaan we nog een tijdje door met: "Er is maar één God en dat is de onze en alle andere goden zijn ketterij en afgodendienst"?
Ik kies niet voor het laatste en dus ga ik nog één keer, want al eerder gedaan, het Lazarusverhaal vergelijken met een Egyptische mythe, een Egyptisch mysteriespel.
Er is allicht iemand die dit zag aankomen of ernaar uitkeek. Slimmerik!
Groeten.
Fons.
Een theoloog die naar exactheid streeft, heeft de eerste stap gezet op de weg naar het atheïsme. Een agnost is geen naïeveling, maar iemand die god nauwkeurig 'kent', voor wie dus veel, zo niet alle gods'voorstellingen' hun betekenis hebben verloren.