http://evolutieencreat.forum2go.nl/het- ... 9.html#389
Hier reageer ik op, maar om het overzichtelijk te houden doe ik dat niet in dat topic (waar deze discussie ook niet voor bedoelt is), maar hier in de sectie Fossielen en fossiele overgangsvormen. De quotes komen van de post van Peter T.
Er is heel veel debat geweest over de vliegkunsten van Archaeopteryx. Het blijkt ook dat er veel eigenschappen voor nodig zijn, Archaeopteryx heeft daar een aantal van, maar lang niet allemaal...Daarnaast had de vogel een volledig ontwikkelde verentooi en was in staat om te vliegen als een hedendaagse vogel, aldus Viohl.
De fossielen van Archaeopteryx missen een borstbeen. Het is waarschijnlijk dat Archaeopteryx dus een borstbeen had van kraakbeen (zoals amfibiën en reptielen). De spieren zaten of aan het vorkbeen, of het borstbeen (dat bestond uit kraakbeen). Dit betekend al dat Archaeopteryx niet zo'n sterke vlieger kon zijn als de huidige vliegende vogels.
Archaeopteryx kon zijn opperarmbeen ook niet boven zijn rug krijgen, dat betekend dat hij de 'herstelslag' (de opwaartse vleugelslag) niet kan doen. Dinosauriërs en andere hele vroege vogels konden deze beweging ook niet maken.
Senter, P. (2006). Scapular orientation in theropods and basal birds and the origin of flapping flight. Acta Palaeontologica Polonica. 51(2): 305–313.
De schacht van de primaire veren (primaries) van Archaeopteryx waren veel dunner en zwakker dan die van moderne vogels. Dit zorgt ervoor dat Archaeopteryx (en ook andere vroege vogels hadden dit) niet in staat was om met zijn vleugels te fladderen.
Nudds, R. L. & Dyke, G. J. (2010). Narrow Primary Feather Rachises in Confuciusornis and Archaeopteryx Suggest Poor Flight Ability. Science 328 (5980): 887–889.
De opbouw van zijn hersenen, binnenoor en vleugels zelf komen wel in de buurt van een echte vlieger.
Longrich N. (2006). Structure and function of hindlimb feathers in Archaeopteryx lithographica. Paleobiology. 32(3): 417–431.
Witmer, L. M. (2004). Palaeontology: Inside the oldest bird brain. Nature. 430(7000): 619–620.
Alonso, P. D., Milner, A. C., Ketcham, R. A., Cookson, M. J. & Rowe, T. B. (2004). The avian nature of the brain and inner ear of Archaeopteryx. Nature. 430(7000): 666–669.
Wetenschappers hebben de soorten die je noemt alleen op het oog, omdat ze fylogenetisch dicht bij Archaeopteryx (en alle andere vogels staan), dichter bij hen dan bijvoorbeeld de Triceratops. De dinosauriërs die dicht verwant zijn aan de vogels worden in steeds oudere aardlagen gevonden (zoals verwacht) en een aantal groepen hebben vertegenwoordigers die ouder zijn dan Archaeopteryx. Zoals Haplocheirus (alvarezsauriden) en Anchiornis (troodontiden). De temporele paradox die Feduccia hoog hield (omdat dat nog maar een van z'n weinige argumenten was) is daarmee ontkracht en bij deze fossielen blijft het hoogstwaarschijnlijk niet.De meeste wetenschappers zitten op de lijn dat archaeopteryx afstamt van dinosauriërs. Ze hebben daarbij tweebenige vleesetende soorten als velociraptor, deinonychus en compsognathus op het oog, omdat die een vergelijkbare lichaamsbouw zouden hebben.
Choiniere, J. N., Xu, X., Clark, J. M., Forster, C. A., Guo, Y., & Han, F. (2010). A basal alvarezsauroid theropod from the Early Late Jurassic of Xinjiang, China. Science 327 (5965): 571-574.
Hu, D., Hou, L., Zhang, L. & Xu, X. (2009). A pre-Archaeopteryx troodontid theropod from China with long feathers on the metatarsus. Nature, 461: 640-643.
In een belangrijk debat als deze kun je niet bepaalde dingen opblazen en andere dingen onder he tapijt schuiven. Archaeopteryx had de karakteristieke 'hagedisheupen' (zie figuur 1 t/m 6 van: http://www.dinosauria.com/jdp/buckna/two.htm). De heupen hebben wel al een aantal kenmerken die lijken op 'vogelheupen', versterkt dus inderdaad het idee dat vogels afstammen van de Saurichia en niet van de Ornithischia. En dit is ook weer een kenmerk dat Archaeopteryx niet 'zomaar' een vogel maakt.Bovendien behoren deze soorten dinosauriërs tot de Saurichia, die hagedisheupen hebben, en niet tot de Ornithischia, die over vogelheupen beschikken. „We weten op basis van de huidige kennis niet van welke dinosauriër de vogels afstammen”, concludeert Viohl.
Ja een aantal Chinese fossielen zijn nep en er zullen in de toekomst nog wel meer neppe fossielen gevonden worden. Echter betekend dat niet dat enkele fossielen die nu al de temporele paradox ontkracht hadden nep zijn. Daar is echt wel op gecontroleerd...Schokkender is dat de echtheid van Chinese fossielen ter discussie staat.
Het artikel heet: “Cardio-pulmonary anatomy in theropod dinosaurs: Implications from extant archosaurs.”Onderzoekers van de Oregon State University ontdekten dat het dijbeen van een vogel niet kan bewegen. Dat voorkomt dat de vogellong inklapt terwijl de vogel inademt. Landdieren, zoals onder meer dinosauriërs en zoogdieren, hebben een beweegbaar dijbeen, zonder ademhalingsfunctie, stellen ze in de Journal of Morphology van juni 2009.
Anyway er zijn een aantal grote problemen met het artikel. De meeste laat ik even achterwege aangezien die niet veel te maken hebben met het grotere geheel (dat vogels een ondersteuning hebben voor de longzakken die dinosauriërs niet hebben). Het grootste probleem met dit idee is wel dat ze dit niet hadden ontdekt. Dit is een hypothese van hun. En eentje die ze ook niet zo goed onderbouwen. Vogels bewegen hun dijbeen best vaak als ze lopen en het grootste gedeelte dat een struisvogel rent staat het dijbeen niet zoals de auteurs van het artikel willen dat het dijbeen staat (voor hun hypothese).
Gatesy, S. M. 1990. Caudofemoral musculature and the evolution of theropod locomotion. Paleobiology 16, 170-186.
Ook plaatsen ze een oude en foute reconstructie van een Tyrannosaurus skelet. Deze reconstructie is van bijna 100 jaar geleden en we weten ook al heel lang dat deze niet klopte. Waarom gebruikten ze deze? Omdat er bij deze reconstructie een groot stuk is tussen de ribbenkast en de heupen dat geen ondersteuning heeft. Moderne reconstructies laten zien dat dat stuk eigenlijk best wel klein is.
Ze erkennen het bestaan van luchtzakken in Dinosauriërs, maar als ze volgens de auteurs niet gebruikt kunnen worden voor ademhalen, waar zijn ze dan voor? De auteurs speculeren dat ze door die zakken lichter zijn. Ze proberen ook te bewijzen dat de luchtzakken ook niet geschikt zijn voor ademhaling. Wat nodig zijn (zeggen ze) is een groot borstbeen en stevige maar flexibele borstbeenribben (dat zijn de ribben die vast zitten aan het borstbeen). Het probleem is dat er weer vogels zijn met (in verhouding) kleinere borstbeenderen dan dinosauriërs. Ze geven ook geen goede redenen waarom sterke borstbeenribben nodig zijn.
Wedel, M. J. 2007. Postcranial pneumaticity in dinosaurs and the origin of the avian lung. Ph.D. dissertation, University of California, Berkeley.