Zoals vaker voorkomt in een schriftelijke gedachtewisseling: je bewering is wat moeilijk met zekerheid te begrijpen.Je schreef:Ik ken Kuhn via de posten van Fons en hij lijkt mij iemand die er veel van af weet, en heel, heel kritisch is. Dat mag, maar gooi daarmee niet alles weg, en ik denk dat hij dat wel doet.
* Wie weet waar veel van af? Kuhn weet inderdaad onwaarschijnlijk veel van het onderwerp af en ik maar een gedeelte van wat Kuhn weet.
* Bij degenen die mij niet zo mogen heb ik inderdaad de naam van kritikaster en dat zal Bij Kuhn minstens zo erg zijn want die is ook in mijn ogen bijzonder kritisch en daarbij scherp in zijn formuleringen.
* En wie gooit alles weg? Kuhn in ieder geval niet en van mezelf denk ik hetzelfde te mogen beweren.
Om wat informatie toe te voegen:
Alvin Boyd Kuhn (1880-1963): Lost Light. Interpretations of old scriptures. De mening van Kuhn kan wellicht als volgt (wat grof) worden samengevat: ‘De essentiële fout (Kuhn: het wezenlijke bedrog) van het christelijke leergezag is dat het de mythische verhalen van de 'heidense' Egyptenaren vervalst heeft door er waar gebeurde geschiedenis van de te maken’. Een erg ver strekkende bewering.
Kuhn was zowel buitengewoon geleerd als een ‘tiep’. Hij heeft een kamerhoge stapel publicaties op zijn naam staan (boeken, columns etc.), kreeg van verschillende universiteiten een leerstoel aangeboden maar ging – een enkele uitzondering voor korte tijd daar gelaten – er niet op in om tijd vrij te houden voor studie, publiceren en lezingen geven.
Dat zijn werk in zijn tijd te weinig aandacht kreeg heeft meerdere oorzaken:
a) hij kon moeilijk een uitgever vinden omdat zowel de niet-christelijke als – en vooral – de grote christelijke uitgevers huiverden voor de reacties bij het publiek. Veel van het succes van een boek hangt immers af van ‘marketing and promotion’. Dus gaf hij zijn schrijfwerk vaak in eigen beheer uit als een dikke bundel A4-tjes. Zijn boeken ogen dus allesbehalve aantrekkelijk, zijn alles behalve een sieraad in je boekekast.
b) hij beschikt over een eindeloze woordenschat, is gewoon een literaire woordgoochelaar. Engelse les gehad hebben en een Prisma-tje zijn ovoldoende; je hebt voortdurend een vuistdikke Engelse Dikke van Dale nodig om op de vele pagina's dundrukpapier in de kleine lettertjes de betekenis van de door hem gebruikte termen op te speuren. En dat is vermoeiend en gaat na een poosje behoorlijk tegenstaan.
c) Hij kreeg nogal wat belangstelling uit de theosofische hoek en dat was voor velen (?!) uit zijn tijd natuurlijk helemáál uit den boze!
Een tijd later kreeg ik Ellegård in handen.
Alvar Ellegård (1919-2008): Jezus 100 jaar vóór Christus (1999).
Onder ons gezegd en gezwegen: zijn ideeën zijn míjn persoonlijke voorkeursopvatting. Om wat meer ronduit te spreken: in mijn ogen is zijn betoog volledig sluitend en ik kan er geen speld tussen krijgen.
Wat me daarnaast aanspreekt is de bescheidenheid van de man (vergeleken bij de luidruchtigheid van Kuhn): ‘Ik beweer niet dat het beeld dat ik schets van de ontwikkeling van het vroegste christendom het enig mogelijke is. Ik ben er zelfs heel zeker van dat geleerden die lange tijd de gegevens in een andere context hebben geplaatst en een andere nadruk hebben gelegd, ook andere conclusies zullen trekken. Waar het écht om gaat is, in welke mate de verschillende conclusies nieuwe vragen kunnen oproepen, tot vruchtbaarder onderzoek kunnen leiden en aldus uiteindelijk ons inzicht in een fascinerende periode van de beschavingsgeschiedenis kunnen vergroten’ (pag 12).
Zomaar een recensie:
Enige tijd geleden vermeldde ik in GAMMA het boek van Prof. Alvar Ellegård Jezus, honderd jaar voor Christus. In dat boek analyseerde de geschiedkundige prof. Ellegård de historische feiten rondom de figuur Jezus. Hij kwam tot de conclusie, dat deze figuur afgeleid moest zijn van de Leraar der Gerechtigheid, die honderd jaar voor Christus al een religieuze beweging stichtte. De eerste 'voorchristelijke' kerk was dus al aan de gang in de tijd dat de bijbelse Jesus geleefd zou moeten hebben.
Na het jaar 0 zag men Jezus al als een vergeestelijkte figuur, die op afschuwelijke wijze vermoord was. Paulus, die Jezus nooit ontmoet heeft, had alleen maar belangstelling voor de kruisdood en de herrijzenis en transformeerde hem tot een vrijwel onstoffelijke figuur. Dat viel bij nader inzien niet in de smaak van de kerkleiders, i.h.b. Ignatius. Het trok niet genoeg gelovigen; het vrome volk had behoefte aan bloederig drama en wonderen. Vandaar dat enkele bekwame en zeer kundige schrijvers de opdracht kregen (met alle wijsheid achteraf) om de evangeliën te schrijven (meer dan 100 jaar na Christus), waarin het bekende dramatische beeld van Jezus werd gecomponeerd vanuit overgeleverde teksten, geruchten, fantasieën en op dat moment 'religieus correcte' meningen. Om het nog authentieker te laten lijken, suggereren de namen van de evangelieschrijvers dat zij als discipel naast Jezus rondgelopen hadden. En om het nòg aannemelijker te maken, werden ook oudtestamentische profetieën erin vervlochten, zodat het net leek alsof de oudtestamentische voorspellingen allemaal uitkwamen in de figuur Jezus. Een prachtig en zeer geslaagd staaltje van geschiedvervalsing, aldus prof. Ellegård. De evangeliën werden 's wereld beste bestseller. Daarbij vergeleken is Dan Brown nog maar een beginneling.
Peter schreef:Theologie en alles wat daarmee te maken heeft onderzoekt nog steeds door. De boodschap is nog steeds helder en duidelijk: God wil een relatie met zijn schepsel. En dat kan, door Jezus Christus. Andere zaken lijken belangrijk maar zijn het niet, het maakt geen Christen iets uit of de geboorte van Jezus op 25-12 gevierd wordt of ergens in juni. ALS het maar gevierd wordt!
Hierover is nog veel meer te zeggen want het wemelt m.i. onder de oppervlakte van verouderde denkbeelden.Je schreef:... en dat is de andere, de positieve kant. Ik weet niet of Kuhn die ook noemt. Zo niet, dan is het goed dat jij hem hier vermeldt, er zit ook veel goeds in het christendom.
De 'bezorgden' kan ik geruststellen: Kuhn en Ellegård zijn tot hun dood gelovige mannen gebleven. Hetzelfde geldt o.a. ook voor Schillebeeckx die door het leergezag de mond is gesnoerd.
Ik heb eens een vrij jonge maar zeer intelligente man ontmoet die in een gesprek de spontane ontboezeming losliet: “Jezus? Dat is voor mij een moordkerel geweest, wijs en met een hartveroverend aura. Hij heeft alleen niets te maken met de gestileerde persoon die ze van Hem hebben gemaakt met z'n blonde haren en al helemaal niet met alle onbestaanbare flauwe kul waarmee ze Hem hebben opgesierd”. Ik dacht toen: Kuhn sprak geen Nederlands maar in het Engels zouden het zijn woorden kunnen zijn.
Sorry dat het zo'n lap is geworden.
Groeten.
Fons.