Terrence schreef:Peter T. schreef:1) is niets anders dan interpretatie. Verwantschap duidt niet a priori op CD. Overeenkomsten in DNA is met ID net zo goed te verklaren omdat we als wezens in hetzelfde ecosysteem leven. Het is het oude liedje weer, jouw interpretatie IS het bewijs.
Bewijs duidt nooit a proiri op één conclusie. Er zijn meerdere conclusies mogelijk bij bepaalde bewijzen. Wel moet je uitkijken dat je deze conclusie ook moet toepassen alles wat we niet zien. Dat betekend dat of geheel common descent geldt OF alleen soortvorming die we nu zien. Als jij het bewijs dat mensen voortkomen uit eencellige organismen niet accepteert, dan kun je ook niet het bewijs accepteren dat verschillende bekende fruitvliegen een gemeenschappelijke voorouder hebben. Het is alles of niets en dus niet die magische kinds.
Peter T. schreef:2) en 3) is hetzelfde. Graduele overgang is nergens te vinden. Noch in herseninhoud, noch bij andere organen.
Ik dank Nick Matzke voor deze grafiek die de herseninhoud tegenover tijd neerzet:
Wat dacht je van de handen van Australopthecus afarensis? Ook gewoon een mengsel tussen 'aapachtige' en 'mensachtige' handen (
http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pubmed/12662944). Wat dacht je van de voeten van Australopithecus afarensis? Deze zag er aardig aapachtig uit, maar computermodellen van de benen en voeten laten zien dat Australopithecus niet kon lopen als een chimpansee en dat rechtoplopen 2x zo weinig energie kostte dan een beetje gebogen lopen. Verder zijn er genoeg dingen nog niet goed aangepast aan rechtop lopen. In Australopithecus africanus hebben de vrouwen ook een S-vormige ruggengraat. Deze zien we alleen bij rechtop lopende mensen (
http://www.nature.com/news/2007/071212/ ... 7.374.html). Maar goed naarmate we verder gaan blijft er nog weinig aap-achtig over. Je kunt zelf zoeken naar de vorm van de onderkaken van al de soorten. Je ziet zelf ook al wel dat Homo habilis nog veel aapachtige kenmerken heeft en intermediair is tussen Australopithecus en Homo erectus.
Peter T. schreef:Vertel me anders maar hoe onze gemeenschappelijke voorouders zich voortplantten. Vooral toen tijdens de vele transities de geslachtsorganen in volle verbouwing waren. Graag ook even aangeven waar de informatie van de bouwplannen vandaan kwam.
Een bouwplan is belangrijk want het bevat ook informatie over de informatie. Hoeveel van iets moet worden besteld, waar het moet worden besteld, en wat te doen als er iets niet klopt. Metainformatie, dus. Op die manier komt het huis altijd af.
Blijf bij het onderwerp. Ik zei al dat je eerdere vragen los staan van deze vraag (ik wist dat je deze vraag al klaar had, daarom had ik expres opgeschreven dat je hier niet mee moet komen om het antwoord op die vorige vraag tegen te gaan, ik had niet verwacht dat je hem dus toch nog ging stellen)
Peter T. schreef:Een organisme is ook een soort huis. Het bevat 25'000 onderdelen en dat neemt slechte 2 procent van het genoom in beslag. Als we de mainstreamers mogen geloven is 2% genoeg om het huis te bouwen. Het overgrote deel, 98%, van het genoom is "junk".
Ik geloof daar helemaal niets van. Ik denk dat het overgrote deel van het genoom een bouwplan is. Verstopt in wat mainstreamers "junk DNA" noemen.
Als je denkt dat je origineel bent om aan 'junk DNA' een functie te plakken ben je veel te laat. Mainstreamers gaan daar ook allang niet meer van uit.
Peter T. schreef:
Hiervoor zijn een aantal sterke aanwijzingen:
1) het hele genoom wordt afgeschreven in RNA,
Dat blijkt dus gewoon niet zo te zijn en een fout te zijn van ENCODE. Betere onderzoeken vertellen ons dat het overgrote meerderheid van het 'junk DNA' niet afgeschreven wordt in RNA (
http://www.plosbiology.org/article/info ... io.1000371), dit nieuwtje kreeg ik door de pandasthumb (
http://pandasthumb.org/archives/2010/05 ... s-sti.html). Het wordt dus niet afgeschreven naar RNA en dus weten we nog steeds niet wat het daar doet (als het er met een reden tussen zit).
Peter T. schreef:2) het genoom ziet er uit als een fractal, d.w.z. er zijn herhalingen binnen herhalingen,
Interpretatie!
Peter T. schreef:
Stel we verwijderen alle junk DNA en we brengen alle 25 000 genen in één of een paar chromosomen. Komt hieruit een mens voort?
Waarom denk je dat het in eerste instantie 'junk' werd genoemd? Het zijn delen DNA die je eruit kunt halen zonder dat het effect schijnt te hebben. Er zijn vissen die nauwelijks 'junk DNA' hebben ten opzichte van dicht verwante en die doen het goed. Labratten kunnen ook zonder 'junk DNA'.
Peter T. schreef:
Laten we een kijken naar het karyotype van de Muntiacus spp. Het betreft herten die als 8 soorten voorkomen. We treffen ze aan in Azie; van de bossen in Cambodja tot de hoogvlakten van de Himalaja. Als we hun karyotype bestuderen valt op dat alleen het aantal chromosomen sterk varieert (van 3 tot 23) en hun configuratie eveneens. Mannetjes hebben zelfs één minder dan vrouwtjes, want hun Y chromosoom is versmolten met een autosoom. Het aantal genen is ongeveer gelijk en het is zelfs opgevallen dat artificele kruisingen tussen soorten met 3 en 23 chromosomen nog steeds nakomelingen voortbrengen.
Het karyotype, dwz het aantal chromosomen en hun configuratie, is het bouwplan!
Dat stukje geeft dus geen enkele indicatie dat het karyotype een bouwplan is. De rest is extrapolatie op deze te vlug genomen conclusie...
Ik zal je even bijpraten over de Australopithecus Afarensis
Australopithecus Afarensis in opspraak
Zijn Lucy en de overige gevonden fossielen van Australopithecus Afarensis inderdaad de oudste schakel in de evolutie van de mens? Of is Lucy gewoon een aapachtige? Na ruim 30 jaar komen steeds meer evolutionisten tot inkeer en zien ook zij dat Australopithecus Afarensis geen tussenvorm in de ontwikkeling van de mens is. Evolutionisten als Matt Cartmill (Duke University), David Pilbeam (Harvard University) en wijlen Glyn Isaac (Harvard University) komen tot de volgende conclusie: ’de australopithecines zakken steeds meer af tot de status van eigenaardig gespecialiseerde apen….’ (5)Australopithecus Afarensis is ruim 30 jaar het icoon geweest van de evolutie van de mens. Van de schedel van Lucy zijn maar enkele fragmenten gevonden samen met een onderkaak. Toch kon men op basis van deze fragmenten een complete schedel van Lucy reconstruëren, zoals onder andere gepubliceerd in National Geographic van maart 2000. Hoe is het mogelijk een complete schedel te reconstrueren op basis van enkele fragmenten en een onderkaak? Zo ook met de voeten van Lucy. Er zijn conclusies getrokken op basis van een niet compleet skelet. Lucy is in vele tentoonstellingen ter wereld afgebeeld met voeten. Er zijn echter nooit voeten gevonden behorend bij het skelet van Lucy. Het is waar dat nadien vele andere fossiele skeletten van Australopithecus Afarensis zijn gevonden, echter vertoonden deze fossielen gekromde vingers en tenen van boombewoners. (6). ‘… Jack Stern en Randall Susman,… in hun studie in 1983, gepubliceerd in American Journal of Physical Anthropology, beschrijven de anatomie van Australopithecus afarensis. Zij beschreven Lucy’shanden en voeten als typisch geschikt voor het beklimmen van bomen (aap).’ (7)
Dat het bekken zo was gevormd dat Lucy op twee benen kon lopen werd in 1994 ontkracht door een artikel in het tijdschrift Journal of Human Evolution. In een biochemische studie naar de heup werd in dit laatst genoemde tijdschrift de conclusie getrokken dat Lucy niet rechtop liep. Het tijdschrift American Journal of Physical Anthropology kwam in 1992 tot de conclusie dat Lucy liep als een chimpansee. E. Stokstad kwam tot de conclusie dat Lucy een boombewoner was, ‘Ik liep naar het kabinet, haalde Lucy eruit en wat bleek: ze had de morfologie van een klassieke ‘knokkel-wandelaar’.’ (8)
Zo kunnen we nog vele citaten aanhalen die aantonen dat Australopithecus Afarensis NIET op twee benen liep. Het overgrote deel van de bovenstaande citaten zijn gemaakt door evolutionisten die geloven in evolutie. Ze durven, soms, met zekerheid te zeggen dat Australopithecus Afarensis niet de prominente plaats verdient die haar is toebedeeld in de evolutie van de mens. Het feit dat Donald Johanson aanhaalt dat de schuine hoek van het dijbeen aan zou tonen dat Lucy zich richting de ‘moderne mens’ ontwikkeld, die ook het dijbeen onder een hoek heeft staan ten opzichte van het onderbeen, snijd geen hout. Er zijn immers meerdere varianten apen, zoals Oerang oetang en slingerapen, die dijbenen onder een hoek ten opzichte van het onderbeen hebben staan.
De voetstappen in Leatoli dan? Bewijzen die dan niet dat Australopithecus Afarensis rechtop liep. Aan deze conclusie gaan een aantal vooronderstellingen vooraf, namelijk:
dateringsmethoden van de voetstappen zijn correct
de voetstappen van Leatoli zijn voetstappen van Australopithecus Afarensis
In reactie op de dateringsmethoden kunnen we zeggen dat de huidige gehanteerde dateringsmethoden niet voldoen aan exacte wetenschappelijke criteria om met enige zekerheid de leeftijd van gesteente vast te stellen (Hierop kom ik in een ander deel terug). De leeftijd van 3,5 miljoen jaar is dus geheel niet met zekerheid vast te stellen. Het feit dat er verschillende fossiele resten van Australopithecus Afarensis zijn gevonden nabij Leatoli wil nog niet zeggen dat Australopithecus Afarensis deze voetstappen heeft gemaakt. Door de vooronderstelling dat evolutie waar is, gaat men ervan uit, indien de voetstappen 3,5 miljoen jaar oud zijn, dat deze alleen gemaakt kunnen zijn door Australopithecus Afarensis, omdat de ‘moderne mens’ immers nog niet leefde. Een ‘moderne mens’ zou deze voetstappen dus nooit hebben kunnen maken. Overigens zijn de voetstappen in Leatoli ‘onmiskenbaar voetstappen van een Homo sapiens.’ (Russell Tuttle, “The Pattern of Little Feet,” American Journal of Physical Anthropology, Feb 1989, p. 316) Deze bewering in American Journal of Physical Anthropology heeft twee gevolgen. Als de voetstappen in Leatoli door Homo Sapiens zijn gemaakt dan klopt de datering van 3,5 miljoen jaar oud niet volgens evolutionistisch denken. Dit betekent dat er bewijs is dat dateringsmethoden niet juist zijn. Als de dateringsmethoden echter juist zijn dan kan er onmogelijk een voetafdruk van een Homo Sapiens in Leatoli staan, omdat de homo Sapiens pas miljoenen jaren later voor het eerst op het aardse toneel verscheen. De bewering in American Journal of Physical Anthropology is dus een regelrechte aanval op evolutionistisch denken.
Wellicht ziet men een mogelijkheid over het hoofd. Misschien is Australopithecus Afarensis helemaal geen voorouder van de mens, maar gewoon een soort chimpansee, waarschijnlijk een uitgestorven soort. Misschien hebben mensen naast Australopithecus Afarensis geleefd in Leatoli en hebben ‘moderne mensen’ deze voetstappen gemaakt, omdat de evolutie van de mens helemaal niet bestaat. Deze conclusie zou echter in houden dat men vele, zo niet alle, evolutionistische denkbeelden overboord moet gooien en deze conclusie zelfs de gehele evolutie falsificeert. Al met al kunnen we duidelijk en met grote zekerheid stellen dat Lucy nooit op twee benen heeft gelopen.
Dit is echter niet alles wat er over Australopithecus Afarensis valt te zeggen. ‘Antropologen van de Universiteit van Tel Aviv hebben een onderzoek gepubliceerd dat sterk twijfelt aan de rol van Lucy als aapachtige menselijke voorouder.’ (9)
Het onderzoek in Tel Aviv richtte zich op het zogenaamde ‘Lucy-kind’. Het ‘Lucy-kind’ is een zeer jong exemplaar van Australopithecus Afarensis. ‘Deze 3 jaar oude aap, beschikte over een uitgesproken aapachtige schedel, een tongbeen dat nagenoeg identiek is aan dat van een chimpansee (waarmee de hoop op spraak vervloog), een gekromde vinger (beenderen) zoals we dat kennen van apen die in de bomen leven, een gorilla-achtig schouderblad, ontworpen voor het klimmen in bomen en voor het lopen op knokkels, niet voor rechtop lopen. Bovendien wijzen de eigenschappen van het binnenoor op het voortbeweging op vier poten (zoals een chimpansee).’ (10)
Met name dit onderzoek uit Tel Aviv zal grote gevolgen hebben voor de positie van Australopithecus Afarensis in de evolutionaire ontwikkeling van de mens. Wellicht dat wij Australopithecus Afarensis niet meer hoeven plaatsen in de lijn, van de door ons eerder weergegeven stamboom, van de evolutie van de ‘moderne mens’. Ryan Jaroncyl verwoorde de conclusies die het onderzoek uit Tel Aviv kan hebben wel heel treffend: ‘Zonder twijfel zullen evolutionistische antropologen Lucy weer vervangen door een andere kandidaat die kan dienen als de voorouder van de mensheid… Zo wordt dit spel gespeeld. Eén enkele tand, een gefragmenteerd kaakbeen of een bijzondere schedel zal binnen de evolutionaire gemeenschap leiden tot een razernij aan speculatie en overdrijving. Tijdschriften, kranten, TV en radio, schoolboeken en musea zullen het nieuwste ‘bewijs’ van de menselijke evolutie als een lopend vuurtje verspreiden. Maar met het voorbijgaan van de jaren, zal er meer en meer bewijsmateriaal aan het licht komen en het zogenaamde ‘bewijs’ zal een stille dood sterven.’ (10)
Dit is de wijze waarop elke spectaculaire ontdekking, met betrekking tot de evolutie van de mens, tot op heden plaats heeft gevonden en is gepresenteerd. Zoals uit het vervolg van mijn studies zal blijken is dit niet de eerste keer dat een icoon, zoals Lucy, aan de kant word geschoven en een nieuw fossiel wordt gepresenteerd als voorouder van de mens. De vraag is of men nooit leert van gemaakte fouten uit het verleden?
De Australopithecus had hersenen van een aap, liep als een aap en zag er uit als een aap! Borger zei het ook al, als het loopt als een eend, als het kwaakt als een eend, dan is het waarschijnlijk ook een eend!
Cadeautje:
Evolutietheorie is geloofsartikel van seculiere samenleving
Het evolutiedebat is ver doorgeschoten voorbij het punt waar het nog een wetenschappelijk onderzoeksproject was. Wetenschap wordt altijd gedaan tegen de achtergrond van wereldbeeld. Dat wetenschap puur objectief kan zijn is een illusie die stamt uit de jaren 50 van de vorige eeuw. Wanneer er nog steeds bindende uitspraken worden gedaan met zo’n soort objectivisme en blind vertrouwen in het achterhoofd komt dat duidelijk in het wetenschappelijk debat niet ten goede.
Hoe een wetenschapper naar de wereld kijkt zal altijd als een allesomvattende hypothese blijven functioneren over hoe de werkelijkheid in elkaar zit. Het werkt als een filter die bepaalt wat en hoe er onderzocht wordt en wat de uitkomsten zullen zijn. Dat geeft helemaal niet zolang dat maar wordt ingezien. Het is zelfs onvermijdelijk. Wetenschappelijk onderzoek moet gedaan worden met een epistemologische nederigheid (ons kennen is beperkt) die leidt tot conclusies onder voorbehoud.
De gepraat rondom de evolutietheorie is een goed voorbeeld van hoe het niet moet. Het evolutiedebat (inclusief het wetenschappelijk onderzoek op dit gebied) is ver doorgeschoten voorbij het punt waar het nog een wetenschappelijk onderzoeksproject genoemd kon worden. Het is een geloofsartikel geworden van een seculiere ontkerstende samenleving die een nieuwe ontstaansnarratief nodig heeft. En dat mag. Maar als het niet erkend wordt, krijgen we een probleem. Sampson schrijft: "Het is meer dan een wetenschappelijke theorie geworden" en citeert vervolgens de omslag van het boek The Darwin Wars: "De evolutietheorie is nu een van de belangrijkste mythen van onze tijd geworden. Het moet het gewicht torsen van onze hoop en angst over wat het betekent om menselijk te zijn".
Vervangen
De wetenschappelijk hypothese is al lang geleden vervangen door een a priori wereldbeeld. Dit wereldbeeld heeft er belang bij dat er geen immateriële realiteit is en heeft dus de evolutietheorie nodig om zichzelf te beveiligen. Het dicteert daarom eerder dan dat het de uitkomst van onderzoek naar het ontstaan van het leven en de verscheidenheid aan levensvormen accepteert.
Er ontstaat een soort cirkelredenering: Wij vinden dat God niet bestaat. > Ons onderzoek toont dat het leven vanzelf is ontstaan en zich vanzelf ontwikkeld heeft. > Hieruit blijkt dat het onwaarschijnlijk is dat God bestaat.
Susskind’s woorden hierover spreken boekdelen: "De moderne kosmologie begon met Darwin en Wallace. In tegenstelling tot zij die hen voor gingen verschaften zij verklaringen voor ons bestaan die bovennatuurlijke oorzaken volledig verwierpen…". Veel onderzoek op het gebied van de evolutietheorie is gespendeerd aan het bewijzen wat al werd beschouwd als een vaststaand feit: toeval als oorzaak van het leven. Dembski geeft commentaar op de impasse die is ontstaan tussen voor- en tegenstanders van de evolutietheorie: "We hebben hier met meer te maken dan de vaststelling van een concreet wetenschappelijk feit of het bevestigen van wetenschappelijke theorieën. Het gaat hier om met elkaar concurrerende wereldbeelden en metaphysische systemen die incompatible zijn met elkaar."
Onze beschaving heeft reeds een keuze gemaakt waar het gaat om de vraag of God bestaat. Het is zoals Dawkins die keuze laat zien als 'wetenschapper' over de God van de Bijbel: "Het is niet eerlijk om zo’n gemakkelijk doelwit aan te vallen. De God Hypothese (zijn boek, red.) zou moeten vallen of staan met zijn meest onprettige verschijningsvormen, Yahweh, noch zijn smakeloze tegenovergestelde christelijke gezicht, ‘Lieve Jezus, zacht en teer‘". Waar Dawkins met zo’n openlijke haat begint is niet niet moeilijk raden waar hij zal eindigen. De populaire opinie is dat er gewoon teveel tegenargumenten zijn voor het bestaan van een persoonlijke God. Geen enkel onderzoeksproject kan daar nog tegen ingaan.
Denkfout
Erger dan dat is dat de wetenschappelijke gemeenschap blind lijkt te zijn voor een belangrijke denkfout. Het gaat ongeveer zo (1) De enige manier waarop wetenschap bedreven kan worden is middels methodologisch naturalisme (D.w.z. onderzoek wordt beperkt tot ongeleide natuurlijke processen). (2) De uitkomst van zo’n onderzoeksmethode zal altijd leiden tot een bevestiging van metaphysisch naturalisme. Je krijgt eruit wat je erin stopt, nl. naturalisme. Het is niet bewijsmateriaal maar een wereldbeeld dat a priori vaststaat dat bepaalt wat er gebeurt. Dembski schrijft: "Logici hebben hier een naam voor: circulair argumenteren, en ‘begging the question’. Dawkins laat hier een goed voorbeeld van zien wanneer hij de zoektocht naar voorbeelden van irreduceerbare complexiteit (een belangrijk begrip in de Intelligent Design beweging) "onwetenschappelijk" noemt.
Al met al zou je je af kunnen vragen of de evolutietheorie wel echt het resultaat is van wetenschappelijk onderzoek. Er zijn immers geen wetenschappelijke testresultaten beschikbaar. Evolutie wordt niet waargenomen. Het is een theorie; een fascinerende, maar nog steeds niet meer dan een theorie.
Conclusie
Aangezien het evolutiedebat bol staat van levensbeschouwelijke verwarring, gedicteerd wordt door a priori factoren die funderend zijn voor het naturalisme (en tevens het christelijk geloof) en aangezien de conclusies voortkomen uit wetenschappelijk werk dat gedaan wordt in de context van een wetenschappelijk paradigma dat morgen mogelijk zijn houdbaarheid verloren heeft, is het een beroerde plek om bewijsmateriaal te vinden voor of tegen Genesis, het scheppingsverhaal in Genesis, laat staan het bestaan van God.
http://www.dutchcreationscience.com/art ... n-opspraak